34276 |
scheukpaal |
schuurpaal:
sxuǝrpǭǝl (L246a Swolgen),
sxūrpǭl (L246a Swolgen)
|
Een paal in de weide waaraan het vee zich kan schuren. [N 14, 69; S 31; monogr.]
I-11
|
26397 |
scheut |
kijn:
kin (L246a Swolgen),
scheut:
sxø̄t (L246a Swolgen)
|
Uitspruitsel van een plant, inzonderheid de aardappel. Vaak is er een meervoud gevraagd of opgegeven; vaak ook zijn de enkelvoudsvormen gelijk aan de meervoudsvormen. Alleen wanneer uitdrukkelijk de meervoudsvormen werden gevraagd en opgegeven, zijn deze ook hier opgenomen. Bij de verkleinwoorden onder het type scheutje is het ondoorzichtig of het om het grondwoord scheut of schot gaat. Kien moet begrepen worden als een contaminatie van kiem (voor de klinker) en kijn (voor de slotmedeklinker). Zie ook het lemma Uitlopers Van Kuilaardappelen. [N M, 16a; JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 1u, 120; L B2, 282; S 17; S 31; monogr.; add. uit L 30, 39; S 22]
I-5
|
21365 |
schieten |
schieten:
schīēte (L246a Swolgen)
|
schieten [SGV (1914)]
III-3-1
|
34271 |
schijten |
schijten:
sxītǝ (L246a Swolgen)
|
Vaste ontlasting hebben, gezegd van vee. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
33496 |
schil van een vrucht |
schaal:
schaal (L246a Swolgen)
|
schil [SGV (1914)]
I-7
|
30702 |
schilderen, verven |
verven:
vɛrvǝ (L246a Swolgen)
|
Het oppervlak van voorwerpen ter conservering en kleurgeving bedekken met verf. [S 39; N 67, 64a; monogr.]
II-9
|
19765 |
schilderij |
schilderij:
ĭn schŏn schĭlderĭ-j (L246a Swolgen),
schĭlderi-j (L246a Swolgen)
|
schilderij [SGV (1914)] || schoone [een ~ schilderij] [SGV (1914)]
III-3-2
|
19777 |
schilmes, aardappelmesje |
aardappelmesje:
ɛrpəlmɛskə (L246a Swolgen)
|
aardappelmesje
III-2-1
|
21086 |
schimmel |
schimmel:
sxømǝl (L246a Swolgen)
|
Paard met een geheel of overheersend witte of grijsachtige vacht. Naarmate de leeftijd vordert, neemt het wit toe; schimmels worden niet geboren, ze ontstaan mettertijd. De vosschimmel is wit met rode of bruinachtige vlekken. [JG 1a, 1b; N 8, 63a en 63b; S 31]
I-9
|
24491 |
schimmel (plantje) |
schimmel:
schummel (L246a Swolgen),
schŭmmel (L246a Swolgen)
|
schimmel (plant) [SGV (1914)]
III-4-3
|