e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sip (kijken) verscheurd kijken: vesjuert kieke (Swolgen) sip kijken [SGV (1914)] III-1-4
sla, algemeen salade: slaai (Swolgen) I-7
slaan slaan: blond əm blau gəslāgə (Swolgen), sloan (Swolgen, ... ), sloj ow um de oere (Swolgen) bont en blauw geslagen [RND] || ik sla je (met de potlepel) om je oren [DC 03 (1934)] || slaan [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] III-1-2
slaan met de zicht uithalen: ythālǝ (Swolgen) De slaande beweging maken met de zicht. Zeer vaak werd voor deze vraag dezelfde opgave gegeven als voor de algemene vraag "maaien met de zicht". Hier zijn alleen de opgaven opgenomen die niet identiek zijn met de vragen "inkappen" of algemeen "maaien met de zicht". Zie ook de toelichting bij het vorige lemma ''maaien met de zicht'' (4.2.1). [N 15, 16f; monogr.] I-4
slachten slachten: slāxtǝ (Swolgen) Doden van vee met de bedoeling het als voedsel te gebruiken. Wat het woordtype "dooddoen" betreft, merken verschillende informanten (in K 353, P 50, P 177, P 179, P 180, P 185) op, dat het verouderd is. [JG 1a + 1b + 2c: R 14, 231 add.; S 33; monogr.] II-1
slag slag: slaag (Swolgen), slêg (Swolgen) slag, klap, stomp [SGV (1914)] || slagen (mv) [SGV (1914)] III-1-2
slagboom barrier: briǝr (Swolgen) Een toegangshek in de vorm van een enkele boom die om een paal draait, aangebracht in een omheining of op een dam in een sloot bijvoorbeeld. [A 25, 5b; L 19B, 6; monogr.] I-8
slaglijnen slaglijnen: slaxlęjnǝ (Swolgen) De drie of vier touwen waarmee de zeilen in gedeeltelijk opgerolde toestand worden vastgelegd. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛkoordjeɛ, ɛhalflijnɛ en ɛstroomlijnɛ.' [N O, 5f; N O, 5e; N O, 5j; N O, 5b; A 42A, 70; A 42A, 71] II-3
slak slak: slĕk (Swolgen, ... ) slak [SGV (1914)] || slak, alg. [SGV (1914)] III-4-2
slakkenhuis slakkenhuisje: slèkkenhuūske (Swolgen) slakkenhuisje [SGV (1914)] III-4-2