e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snoepje zuurtje: zyrtjə (Swolgen) snoepgoed met zurige smaak, babbelaar III-2-3
snoer zwepetouw: zwēpǝtǫu̯ (Swolgen) Bewegend deel van de zweep dat aan de steel bevestigd is. Een aantal informanten verdeelt het snoer nog in een onderste gedeelte dat aan de stok bevestigd is, en een dunner (gevlochten) gedeelte, waaraan de kletsoor bevestigd is. De benamingen die met zekerheid refereren aan dat dunnere gedeelte, worden apart vermeld. [N 13, 95b; S 47; R 14, 20; monogr.] I-10
snor snor: snŏŏr (Swolgen), snôr (Swolgen) snor (knevel) [DC 01 (1931)] || snorbaard [SGV (1914)] III-1-1
snuiftabak snuif: snyf (Swolgen) snuif III-2-3
snuit snuit: snuut (Swolgen, ... ) Snuit [SGV (1914)] III-1-1, III-4-2
soep soep: soep (Swolgen), bekend waren: rundsoep, riestesoep, eertesoep, boeënesoep (zowel van witte als van bruine bonen), grüntesoep, kervelsoep, tpmatesoep, erpelsoep  sup (Swolgen) soep [SGV (1914)] III-2-3
soepterrine soepterrine: suptrin (Swolgen) soepterrine III-2-1
soldaat soldaat: səldo.ət (Swolgen) soldaat [RND] III-3-1
soldaten soldaten: suldo:tə (Swolgen) soldaten [RND] III-3-1
solderen solderen: sǫldīrǝ (Swolgen) Twee of meer metalen delen door middel van soldeersel met elkaar verbinden. Het soldeersel is een metaal of een legering waarvan het smeltpunt lager ligt dan dat van de te verbinden metalen. Het wordt tijdens het solderen met behulp van een soldeerbout, een soldeerlamp, etc. verhit en vloeibaar gemaakt. De te verbinden vlakken worden vóór het solderen met een vloeimiddel gereinigd om het hechten van het soldeersel te vergemakkelijken en om oxidatie van het te solderen materiaal tegen te gaan. Zie ook het lemma "hardsolderen". [N 64, 28a; N 100, 19; L 7, 12; monogr.; N 33, 194 add.] II-11