e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stier stier: stīr (Swolgen), var: var (Swolgen) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
stijfsel stijf: stīf (Swolgen) stijfsel III-2-1
stoel stoel: stūl (Swolgen, ... ) stoel [SGV (1914)] III-2-1
stoep stoep: stoep (Swolgen) stoep [SGV (1914)] III-3-1
stoep, trottoir stoep: stoep (Swolgen) stoep [SGV (1914)] III-2-1
stof stof: stŏŏf (Swolgen) stof [SGV (1914)] III-2-1
stof, zandx stof: stŏŏf (Swolgen, ... ) stof [SGV (1914)] III-4-4
stofblik drekblik: drĕkblèk (Swolgen), drɛk˂blɛk (Swolgen), dreksblik: drɛks˂blɛk (Swolgen) blik (van stoffer en ~) [SGV (1914)] || blik [de meid heeft \'t met een - opgeveegd] [SGV (1914)] || stofblik III-2-1
stok stok: stok (Swolgen) Bepaalde veenmaat met een lengte van doorgaans 2.50 m. [II, 63a] II-4
stoker stoker: stø̜̜̄̄kǝr (Swolgen) De arbeider die tijdens het bakproces het vuur in de ringoven op de vereiste temperatuur houdt. Wanneer het vuur in de oven te warm was, zei men in Q 121b dat de oven te gloei (ts\ glø̜j) was. [N 98, 140; monogr.] II-8