e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weerwolf weerwolf: wêrwŏlf (Swolgen) weerwolf [SGV (1914)] III-3-3
wees wees: wees (Swolgen) wees [SGV (1914)] III-2-2
weg weg: wɛx (Swolgen) weg [RND] III-3-1
wei wei: wēi̯ (Swolgen), węi̯ (Swolgen) Dunne, zoete vloeistof die, na de afscheiding van de kaasstof, van de melk overblijft. [L 27, 30 en 31; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 7, 15, 27 en 28; L 2, 7; A 9, 15a en 15b; S 15; Ge 22, 65 en 128; monogr.] || In het algemeen een stuk weiland of grasweide waar het vee graast. Bedoeld is een niet-omheinde weide. [N 14, 50a; N 14, 50b; N 5AøIIŋ, 76d; N 5AøIIŋ, 76e; N M 4a; L 19B, 2a!; L A2, 430; L 4, 40; L 32, 45; JG 1b, 1d, 2c; A 10, 3; A 3, 40; RND 20; Wi 4; R; S 43; Vld.; N 14, 129 add.; monogr.] I-11, I-8
welig, gelp gelp(s): gelp(s) (Swolgen) Opgaven voor de uitdrukking "de tarwe groeit welig, staat gelp". Derf betekent eigenlijk "ongaar, onrijp". [L 35, 61; monogr.] I-4
wenkbrauw oogsbrauw: oogsbrouwe (Swolgen), wenksbrauw: Onbekend.  wingsbrouə (Swolgen) wenkbrauw [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
wensen wensen: wènsche (Swolgen) wenschen [SGV (1914)] III-1-4
wentelploeg melotteploeg: mǝlǫt[ploeg] (Swolgen), wentelploeg: wɛ ̝ntǝl[ploeg] (Swolgen) Een wentelploeg is een karploeg met tenminste twee ploeglichamen, die - boven elkaar aan de ploegboom bevestigd - elkaars spiegelbeeld vormen en bij het keren samen met de ploegboom 180¬∞ worden gedraaid. Aan de boom van zulk een ploeg zitten gewoonlijk ook twee kouters en twee voorscharen. Vroeger kon de wentelploeg ook een voet- of radploeg zijn. Omdat de ploegboom van een dergelijke ploeg niet in zijn geheel gedraaid kon worden, was het dubbele ploeglichaam draaibaar bevestigd aan het achterstuk van de ploegboom. Dit type wentelploeg heet achterwentelaar of staartwentelaar. Een voet- of radploeg met een ploeglichaam dat onder de ploegboom door gewenteld kan worden, wordt wel onderwentelaar genoemd. [JG 1b + 1b; JG 2a-1, 6 ; JG 2b-4, 1; N 11, 30; N 11A, 71 + 72 + 73; N J, 10 add.; N 27, 14 + 15 add.; A 27, 24 add.; monogr.] I-1
werkdaagse jas werkendaagse jas: inne wĕrkendaagse jas (Swolgen) werkdagen (mv.) [een jas voor de - ] [SGV (1914)] III-1-3
werkdag werkendag: inne wĕrkendaagse jas (Swolgen) werkdagen (mv.) [een jas voor de - ] [SGV (1914)] III-3-1