e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wormstekig verpierd: verpierd (Swolgen), verwormd: verwörmd (Swolgen) wormstekig I-7
worst worst: wōrst (Swolgen) worst III-2-3
worstelen worstelen: woarsele (Swolgen) worstelen [SGV (1914)] III-3-2
wortel wortel: wǫrtǝl (Swolgen) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortel (alg.) wortel: wortel (Swolgen), boom  wŏrtel (Swolgen) wortel [SGV (1914)] III-4-3
worteltje hete worteltjes: hieëtewörtelke (Swolgen) wortelsoort, klein en rood I-7
wrat wrat: vrāt (Swolgen) wrat [SGV (1914)] III-1-2
wreef vrei: vri-j (Swolgen), vrij (Swolgen) wreef [SGV (1914)] || wreef - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
wroeten wroeten: vruute (Swolgen), vrȳtǝ (Swolgen) Met de snuit in de grond wroeten, gezegd van het varken. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b, 2c; L monogr.; Wi 56; S 45; monogr.] || wroeten [SGV (1914)] I-12, III-1-2
wulp kuilder: kuulder (Swolgen) wulp [SGV (1914)] III-4-1