| 28448 |
cel |
cel:
cel (L246a Swolgen)
|
Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56]
II-6
|
| 20837 |
cervelaatworst |
knuppelworst:
knøpəlwoͅrst (L246a Swolgen)
|
droogworst
III-2-3
|
| 18824 |
chagrijn |
chagrijn:
sacherien (L246a Swolgen)
|
chagrijn [SGV (1914)]
III-1-4
|
| 20545 |
cichorei |
suikerij:
soekeri-j (L246a Swolgen),
sukəreͅi̯ (L246a Swolgen)
|
cichorei [SGV (1914)] || peekoffie
III-2-3
|
| 25000 |
cirkel, kring |
cirkel:
sirkel (L246a Swolgen),
kring:
kreenk (L246a Swolgen)
|
cirkel [SGV (1914)] || kring [SGV (1914)]
III-4-4
|
| 19823 |
commode, ladenkast |
commode:
komuət (L246a Swolgen),
kəmūət (L246a Swolgen)
|
commode [SGV (1914)]
III-2-1
|
| 20747 |
communietaart |
opzet:
op˃zat (L246a Swolgen)
|
banketwerk van amandelmacron
III-2-3
|
| 21308 |
compagnie |
compagnie (fr.):
cŏŏmpeni-j (L246a Swolgen)
|
compagnie [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 32598 |
compost |
weie(n)mest:
węi̯ǝ[mest] (L246a Swolgen)
|
Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.]
I-1
|
| 22829 |
concert |
concert (<fr.):
konzĕrt (L246a Swolgen)
|
concert [SGV (1914)]
III-3-2
|