e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

Gevonden: 2342
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dompelen duwen: mōēsoonder dŏwe (Swolgen), moesonder duwen: mōēsoonder dŏwe (Swolgen) dompelen [SGV (1914)], [SGV (1914)] III-1-2, III-4-4
donderbeestje hommelbeestje: hómmelbieësje (Swolgen) donderbeestje III-4-2
donderen hommelen: hŏŏmelen (Swolgen), hómmele (Swolgen) donderen [SGV (1914)] || donderen, onweren III-4-4
donderx hommel: hŏŏmel (Swolgen), hómmel (Swolgen) donder [SGV (1914)] || donder, onweer III-4-4
donker, duisterx duister: düster (Swolgen) donker, duister III-4-4
dood (bn.) dood: doeed (Swolgen), doeued (Swolgen), dôet (Swolgen), heeft zijn laatste keutel afgeknepen: heej het ziene letste keutel afgeknepe (Swolgen) dood [SGV (1914)] || dood (bn) || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] || hij is dood III-2-2
dood (zn.) dood: doeëd (Swolgen) dood (zn.) III-2-2
doodgraver doodgraver: doeëdgrèver (Swolgen), grafmaker: een van de buren die het graf moet delven  grafmäker (Swolgen) doodgraver || grafdelver III-2-2
doodskist doodskist: dodskiest (Swolgen) doodskist III-2-2
doodskleed doodshemd: dodshemd (Swolgen) doodshemd III-2-2