e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

Gevonden: 2342
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gevoel gevoel: gevül (Swolgen) gevoel III-1-4
gevoelig (zijn) gevoelig: gevulig (Swolgen) gevoelig [SGV (1914)] III-1-1
gewas gewas: gǝwas (Swolgen) Collectief voor hetgeen verbouwd of geteeld wordt op het veld. [L 1, a-m; S 20; monogr.] I-4
gewelf gewelf: gǝwęlǝf (Swolgen) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] II-9
gewone spurrie spurrie: spø̜ri (Swolgen) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5
gewoonte gewoonte: gewoeënte (Swolgen) gewoonte III-1-4
gewricht gewricht: gevreecht (Swolgen) gewricht [SGV (1914)] III-1-1
gezicht gezicht: gezêêgt (Swolgen) gezicht [DC 01 (1931)] III-1-1
gezwad, regel gemaaid gras gezwad: gǝzwat (Swolgen) De in dit lemma opgenomen woorden zijn van toepassing op de regel afgemaaid gras zoals een maaier die al voortgaande aan zijn linkerzijde vormt. Zie de toelichting bij het voorgaande lemma. = Bij de plaatscode duidt op gelijkheid van de benamingen voor zwad en gezwad in deze plaats; zie ook de kaart. [N 14, 93; JG 1a, 1b, 2c; A 16, 1b; A 4, 28 add.; A 23, 16 add.; L 8, 137; L 20, 28 add.; S 47; Gwn 7, 9; Lu 1, 16 II add.; monogr.] I-3
giechelen giechelen: giebele (Swolgen), giechele (Swolgen) onderdrukt lachen, giechelen III-1-4