e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

Gevonden: 2342
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glad, glijdend glad: glad (Swolgen) glad [SGV (1914)] III-4-4
gladiool twaalf apostelen: twelf apostele (Swolgen) Gewone zwaardlelie (gladiolus communis). Hoge plant (bijna 1 m), de bladeren zijn zwaardvormig en spits gevormd. De bloemen naar één kant, de kleur is rood of wit, met allerlei tussenkleuren; de bloembuis is gebogen (gladiool, harnaswortel, 12 apostelen, III-2-1
glazig schier: enne schieren erpel: een glazige aardappel  sxiər (Swolgen) glazig III-2-3
glijden slibberen: slibbere (Swolgen) glijden [SGV (1914)] III-1-2
glimworm glimworm: glimwöörm (Swolgen), lichtwormpje: lüchtwörmke (Swolgen) glimworm [SGV (1914)] III-4-2
gluiperd gluiper: gluper (Swolgen), kijker: kieker (Swolgen) gluiper [SGV (1914)] || gluiper(d) III-1-4
gluiperig gluiperig: gluperig (Swolgen) gluiperig III-1-4
goede kamer, ontvangkamer beste kamer: bēͅstə kāmər (Swolgen) goeie kamer, alleen gebruikt met de kermis en feestelijke gelegenheden III-2-1
goedkoop goedkoop: goejekoeep (Swolgen) goedkoop [SGV (1914)] III-3-1
goedzak godsblok: En godsblok (Swolgen), leuris: leuris (Swolgen), sok: zok (Swolgen) een goedige sul || goedzak [SGV (1914)] || lobbes, goedbloed III-1-4