e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

Gevonden: 2342
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inspannen voorspannen: vørspanǝ (Swolgen) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
inzouten zouten: zalte (Swolgen), zāltə (Swolgen) zouten (mv.?) [SGV (1914)] || zouten, in het zout zetten III-2-3
jak jak: jak (Swolgen) jak [SGV (1914)] III-1-3
jaloers jaloers: sjeloers (Swolgen) jaloersch [SGV (1914)] III-1-4
jarig zijn jarig zijn: heej is jö:rig (Swolgen) Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] III-3-2
jas: algemeen jas: jas (Swolgen), jĕs (Swolgen) jas [SGV (1914)] || jassen (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
jenever foezel: fūzəl (Swolgen), jenever: snēvəl (Swolgen) jenever III-2-3
jeneverbes wachelbeer: wachelbèèr (Swolgen) jeneverbes (Juiniperus communis L.) III-4-3
jeugd, jongelieden jongelui: jóngelüj (Swolgen) jongelieden III-2-2
jicht gicht: geegt (Swolgen) jicht [SGV (1914)] III-1-2