e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Swolgen

Overzicht

Gevonden: 2342
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kikkerdril bibbel: bibbel (Swolgen), kikvorsenbibbel: kikvorsenbibbel (Swolgen), kwakvorsenbibbel: kwɛkfoͅrsəmbebəl (Swolgen) kikkerdril || kikkerrit [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)bibbel, bibber: bibbel (Swolgen), kikvorsenbibbel (Swolgen), kwɛkfoͅrsəmbebəl (Swolgen) kikkerdril || kikkerrit [RND] III-4-2
kikkers kikvorsen: kekvǫrsǝ (Swolgen) De ijzeren of houten bekjes aan de voorzijde van de roede waaraan het zeil wordt vastgemaakt. In l 381 waren de kikkers van hout omdat de molen houten roeden had. [N O, 5d; A 42A, 69; N O, 5e] II-3
kikkervisje pannenstaart: pannestárt (Swolgen) kikkerlarve III-4-2
kin kin: kin (Swolgen) kin [DC 01 (1931)] III-1-1
kind (algemene benaming) blaag: blaag (Swolgen), kind: kīēnd (Swolgen) kind III-2-2
kind (troetelnaam) diertje: dierke (Swolgen), kruipertje: krüpperke (Swolgen), troeltje: troeleke (Swolgen) klein kind (koosnaam) || klein meisje (kooswoord) || koosnaam voor kind III-2-2
kinkhoest kinkhoest: kinkhoest (Swolgen) kinkhoest [SGV (1914)] III-1-2
kippen hennen: hɛnǝ (Swolgen), tuten: tȳtǝ (Swolgen) De hennen of de hoenderen. De (vrouwelijke) kippen of hennen vormen de meerderheid in een kippenhok en geven hun naam aan het geheel. Zie afbeelding 8. [N 19, 37; RND 1; Wi 13; Wi 14; Wi 17; A 6, 1b; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 6, 20a; L 28, 35; L 22, 22; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; L 42, 5; L 44, 53; S 14; NE 2, I; Gwn 5, 14; Vld.; monogr.] I-12
kippenrek, hoenderrek horde: hǫrt (Swolgen) Een uit één of meer latten of balkjes bestaand rek bestemd om als slaapplaats te dienen voor de kippen. Een dergelijk rek kan zich in de koestal bevinden, maar ook in een apart kippenhok. Een aantal woordtypen is in het algemeen van toepassing op de ruimte waar de kippen overnachten. Zie daarom ook de lemmata "kippenhok" (2.5.1) en "kippenzolder" (2.5.2). Zie ook de betekeniskaart van polder, kaart 31. Zie ook afbeelding 11 bij het lemma "kippenhok" (2.5.1). [N 5A, 63a, 63c en 65; N 19, 33; JG 1a, 1b en 1d; A 48, 16f en 17c; L B2, 284; L 5, 53; L 40, 62a en 62b; R 3, 54; monogr.; add. uit: N 5A, 58b; A 10, 9h] I-6