e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebreide kous strikhoos: sjtrikhaos (Tegelen, ... ), štrikhaos (Tegelen) breikous || breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] III-1-3
gebreide wollen muts zwart kapje: zjwart kèpke (Tegelen) vrouwenmuts, zwarte, dikke gebreide ~ [N 25 (1964)] III-1-3
gedoopt worden gedoopt worden: geduip waere (Tegelen) Gedoopt worden. [N 96D (1989)] III-3-3
gedraaid hout gedraaid hout: gǝdrɛjt hǫlt (Tegelen), molenwinds hout: mø̄lǝweŋs hǫlt (Tegelen) Hout waarvan de draad spiraal- of schroefvormig links of rechts van de as loopt. Gedraaid hout is moeilijk te klieven en levert duigen op die scheef zijn. [N E, 2] II-12
gedrongen persoon gewrongene, een -: hèè is eine gevróngene (Tegelen), kruikestop: det is ne kroekestop (Tegelen) gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)] III-1-1
gedrongen postuur gedrongen: hae is gedronge (Tegelen), kort gedrongen: kort gedrònge (Tegelen) gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)] III-1-1
gedrukt (de huid is) door: dōr (Tegelen), doorgedrukt: dǭrgǝdrøkt (Tegelen) Een slecht passend tuig - vooral het gareel bij het trekken - drukt door op de huid. Het paard krijgt drukwonden en vlekken. Vgl. het lemma ''witte vlekken'' (7.34). [N 8, 94b] I-9
gedurige aanbidding altijddurende aanbidding: altiedduurende aanbidding (Tegelen) Altijddurende/gedurige aanbidding van het Sacrament des Altaars. [N 96B (1989)] III-3-3
geelgors geelgors: gèèlgoersj (Tegelen) geelgors III-4-1
geerakker geer: gī(ǝ)r (Tegelen) Onder een geerakker wordt hier verstaan dat deel van een akker dat gerend geploegd moet worden als de akker niet de vorm van een rechthoek of een parallellogram heeft. De benaming voor dit onderdeel is niet zelden ook op de gerende akker in zijn geheel toepasselijk. Opgaven die duidelijk de (geometrische) vorm of een scherpe hoek van een akker bleken te betreffen, zijn in dit lemma echter niet opgenomen. Zie verder ook het volgende lemma. [N 11, 4b + 64; N 11A, 127 + 137f + 137g; N P, 1; A 33, 9 add.; A 33, 10; JG 1a + 1b; JG 2b-4, 7; monogr.] I-1