e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleed kleed: kleid (Tegelen) kleed III-1-3
kleerborstel kleerborstel: kleierborstel (Tegelen), kleierbørstel (Tegelen) Kleerborstel. Hoe noemt men het hierboven afgebeelde voorwerp, dat wordt gebruikt om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen enz. te verwijderen? [DC 15 (1947)] III-1-3
kleerhanger klederhanger: klęjǝrhaŋǝr (Tegelen) Gebogen houtje of beugel met haak waarop men jas of mantel zonder kreuken kan ophangen. [N 59, 35; monogr.] II-7
kleerkast klederkast: kleierkas (Tegelen), kleijerkas (Tegelen, ... ) kleerkast [DC 39 (1965)] III-2-1
kleerkist, kleerkoffer dekenkist: daekekis (Tegelen) Hoe noemt u een houten koffer (om kleren in te bewaren)? [N 104 (2000)] III-2-1
kleerluis klederluis: Veldeke (iets gewijzigd)  kleijerloes (Tegelen), kleijerloews (Tegelen), neetluis: Tegelen Wb.  neetlóes (Tegelen), Veldeke (iets gewijzigd)  neetloes (Tegelen), neetloews (Tegelen) kleerluis die eieren legt in de naden van vuile onderkleren [N 26 (1964)] III-4-2
kleermaker kleer-/kledermaker: klęjǝrmēkǝr (Tegelen), snijder: šnījǝr (Tegelen) Algemene benaming voor persoon die kleren maakt. [N 59, 197a; L 1a-m; L 28, 2; S 18; monogr.] II-7
kleermaker - smaadnamen, bijnamen schreuder: šrø̄r (Tegelen) Scheld- of spotnamen en bijnamen voor de kleermaker. [N 59, 197c] II-7
kleermakersborstel persborstel: pęrsbø̜rstǝl (Tegelen) Borstel, meestal van paardenhaar, waarmee men bij het persen de wolvezels in de goede richting schuiert. In het algemeen borstelt men hiermee stof en kleren schoon. Zie afb. 20. [N 59, 32] II-7
kleermakerskrijt krijt: krīt (Tegelen) Het kleermakerskrijt wordt gebruikt om patronen op de stof over te nemen. Deze krijtlijnen verwijdert men later weer. Het krijt is vier- of driehoekig van vorm (Gerritse, pag. 21) en voelt vettig aan (Papenhuyzen III, pag. 9). Men kan ook met behulp van een zogenaamde rokkenspuit een lijn trekken. Door verstuiven van krijtpoeder kan men hiermee een lijn op de rok trekken om een rechte zoom te krijgen op de juiste hoogte. Zie afb. 6 en 7. [N 59, 5; N 62, 66; monogr.] II-7