e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kolven afstropen afbladeren: āf˱blārǝ (Tegelen), afkolven: āfkǫlǝvǝ (Tegelen) De maïskolven ontdoen van de schutbladeren. Het object van de handeling is steeds maïskolven. [N Q, 22] I-4
kom komp: komp (Tegelen) kom, aarden teil III-2-1
komen komen: komə (Tegelen) komen [RND] III-1-2
komijnekaas komijnekaas: Syst. WBD  komeinekie‧s (Tegelen), stinkkaas: Syst. Veldeke  sjtinkkiës (Tegelen) Komijnekaas (kantert, kemuuniekaas?) [N 16 (1962)] III-2-3
konijn konijn: knién (Tegelen), (mv.)  knien (Tegelen) konijn III-2-1
konijnenhol konijnsaard: kniénsaerd (Tegelen), konijnspijp: kniénspiép (Tegelen) konijnenhol [DC 55 (1980)] III-4-2
koning koning: køniŋ (Tegelen) koning [RND] III-3-1
koning in het kaartspel koning: keuning (Tegelen) En hoe [noemt u van het kaarspel] de [verschillende] plaatjes? - II. Koning. [DC 52 (1977)] III-3-2
koning van de rosmolen staander: štɛndǝr (Tegelen) De grote, staande as in rosmolens. De koning is aan de onderzijde voorzien van een trekbalk en aan de bovenzijde van een spoorwiel. [N D, 28] II-3
koningin koningin: kø̄negen (Tegelen), kø̄neŋen (Tegelen), moer: mūr (Tegelen) Het enige volmaakt vrouwelijke dier in een bijenkolonie. Geslachtelijk is de koningin gelijk aan de werkbij, maar in het larvestadium is de aanstaande koningin gevoed met hoogwaardige voedingsstoffen, de koninginnegelei, en de werkbij niet. In ieder volk is slechts één koningin aanwezig. Haar enige taak bestaat in het leggen van eieren. Zij kan bevruchte of onbevruchte eieren leggen. Uit de bevruchte eieren ontstaan werkbijen of eventueel koninginnen, uit de onbevruchte komen de darren. Een koningin kan een leeftijd van vier à vijf jaar bereiken. Is zij niet meer in staat eieren te leggen en daardoor nutteloos geworden voor de kolonie, dan wordt de oude koningin vervangen door een nieuwe. [N 63, 12d; S 3, L 1a-m; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 12; R 3, 42; Ge 37, 37; A 9, 3; monogr.] II-6