e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijke geit bok: būk (Tegelen), bokje: bø̜kskǝ (Tegelen), geitenbok: gęi̯tǝmbok (Tegelen) [N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
mannelijke kalkoen schroethaan: šrūthān (Tegelen) [A 6, 3a; S 16; L 1, 113; R 14, 3; monogr.] I-12
mannenkant mannenkant: mannekank (Tegelen), mannenkank (Tegelen), mansluikant: mansluukank (Tegelen), rechts in de kerk: rechs in de kerk (Tegelen) De linkerhelft van de kerk, het gedeelte links van het middenpad, dat bestemd was voor de mannen [evangeliekant, mannenkant, mansluikant, kerelskant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
mannenkleren herenkleren: hiërekleier (Tegelen), manskleren: mans kleier (Tegelen), manskleier (Tegelen, ... ), manskleijer (Tegelen), manskleiër (Tegelen), mansluikleren: mansluu kleier (Tegelen) mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] || Mannenkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenondergoed ondergoed: ongergood (Tegelen), ondergoed voor manslui: ongergood vur mansluu (Tegelen) Ondergoed voor mannen [DC 62 (1987)] || Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenonderhemd onderhemd: ôngerhemp (Tegelen) onderhemd voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3
mantelpak mantelkostuum: mankel-kesjtuum (Tegelen, ... ), mantelpak: mantel pak (Tegelen), mantelpakje: mankelpekske (Tegelen), tegenwoordig is dit meer gebruikelijk  mankel-pekske (Tegelen), tegenwoordig meer gebruikelijk  mankel-pekske (Tegelen) mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)] III-1-3
manziek gek: gek (Tegelen), heet: heit (Tegelen), hitsig: Grof.  hètsig (Tegelen) manziek [heet] [N 10C (zj)] III-2-2
maretak maretak: -  maretak (Tegelen) maretak [DC 46 (1971)] III-4-3
margriet ganzebloem: -  ganzebloom (Tegelen, ... ), margriet: -  margriet (Tegelen, ... ) margriet [DC 42 (1967)] || margriet (Chrysanthemum leuchanthemun) [DC 42 (1967)] III-4-3