e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melkgift van de zeug gezuiks: gǝzuks (Tegelen), zog: zǭx (Tegelen) [N 19, 20] I-12
melkkannetje melkkannetje: mĕlkkenke (Tegelen), mèlkkenke (Tegelen), mêlk-kènke (Tegelen), melkpotje: melkpötje (Tegelen), mêlkpötje (Tegelen) melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)] III-2-1
melkkar melkkar: męlǝkkɛr (Tegelen) Kar om melkbussen van meerdere boeren van en naar de fabriek te brengen. Het was meestal een lange kar met een groot bodemoppervlak en lage zij-, voor- en achterplanken. [N 17, 15; N G 51; monogr.] I-13
melkkoe melkkoe: mɛlku (Tegelen), melktype: mɛlktip (Tegelen) Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148] I-11
melkpot melkbaar: mɛlǝk˱bār (Tegelen) Aarden pot om melk in te bewaren. In L 270 kende men melkpotten met een inhoud van 3 √† 4 liter (kwārts) en van ca 2 liter (halfs). [L 32, 15a; monogr.] II-8
melkspiegel melkspiegel: mɛlkšpēgǝl (Tegelen) Plaats achter de uier waar de haren in de verkeerde richting liggen. [N 3A, 118d] I-11
melkstoeltje melkstoel: mɛlkštōl (Tegelen), melkstoeltje: mɛlkstø̄lkǝ (Tegelen), mɛlkštølkǝ (Tegelen) Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.] I-11
melktanden melktanden: mèlkteng (Tegelen, ... ), melktandjes: maelktendjes (Tegelen), milkténdjes (Tegelen), mèlktaendjes (Tegelen) melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)] III-1-1
menen menen: mei’ne (Tegelen) menen, bedoelen III-1-4
menggereedschap deegschup: dęjxšø̜p (Tegelen) De houten schop of ander gereedschap, gebruikt bij het mengen van de bloem. Meestal gaat het om een houten schep of een niet al te grote houten schop van uiteenlopende vorm. De informant van Q 97 vermeldt dat de "spatel" een ovaalvormig blad heeft en een dikke ronde steel. Verschillende informanten (L 270, 318b, Q 193) zeggen dat het mengen met de hand gebeurt. Zie afb. 16. [N 29, 18b] II-1