e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
muilband, bovenste band van de schoof kopband: kǫp˱[band] (Tegelen), kruisband: krȳts[band] (Tegelen) Zie de toelichting bij het lemma ''garveband'' (4.6.9). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) band het lemma ''garveband'' (4.6.9). [N 15, 22b; monogr.; add. uit JG 1b] I-4
muilkorf voor kalveren kalvermandje: kalvǝrmɛntjǝ (Tegelen) De muilkorf voor kalveren die geen hooi mogen vreten. [N 3A, 14e] I-11
muiltje slipper: sjlippers (Tegelen), šlippers (Tegelen), slof: sjloffe (Tegelen), šlūfə (Tegelen), oe=stoottoon  sjloef (Tegelen) Hoe noemt men de muilen? [DC 09 (1940)] || Muiltje. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men die zonder achterkant? [DC 44 (1969)] || muiltjes, pantoffels zonder hielstuk [N 24 (1964)] III-1-3
muis muis: mōēs (Tegelen), móes (Tegelen) muis [DC 35 (1963)] III-4-2
muis van de hand muis: moe.s (Tegelen), moes (Tegelen), mōēs (Tegelen), môês (Tegelen), muisje: muuske (Tegelen) muis van de hand (het onderste, vlezige deel van de duim) [N 10 (1961)] III-1-1
muisjes muizenkeuteltjes: moe’zekeutelkes (Tegelen), suikerkeurtjes: sôk’kerkäor’kes (Tegelen) muisjes, beschuitbeleg || muisjes: boterhambeleg of beschuitbeleg III-2-3
mulle grond mulle grond: mø̜lǝ groŋk (Tegelen) Droge losse grond, zonder kluiten. [N 27, 37a; monogr.] I-8
muntgeld hel geld: hêl geld (Tegelen), klinkende munt: klinkende munt (Tegelen), specie: (= specie).  sjpeessie (Tegelen) Inventarisatie uitdrukkingen voor: muntgeld, klinkend geld in het algemeen [geen bankbiljetten dus] [speeses?] [N 21 (1963)] III-3-1
muntig schaap gusteling: gø̜stǝleŋ (Tegelen) Schaap dat eenmaal gelamd heeft en dan onvruchtbaar blijft. [N 19, 66] I-12
muntige koe aangehouden koe: āngǝhōi̯ǝ [koe] (Tegelen), guste koe: gø̜stǝ [koe] (Tegelen) Koe die men een tijdlang vrij wil houden en daarom niet laat dekken als ze tochtig is. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 28] I-11