e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neusring ring: reŋk (Tegelen) Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.] I-12
nicht nicht: nich (Tegelen), neen  nich (Tegelen) nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)] III-2-2
nier nier: neer (Tegelen, ... ), nier (Tegelen) nier [N 10 (1961)] III-1-1
nierbekkenontsteking aan de nieren hebben: (de koe heeft het) ān dǝ nērǝ (Tegelen), aan de zeik zijn: (de koe is) ān dǝ zęi̯k (Tegelen), dresen: dręi̯sǝ (Tegelen) Een aandoening van de pisbuis, vervolgens van de blaas en van een van de pisleiders en tenslotte van het nierbekken. De kwaal komt bijna uitsluitend bij het vrouwelijk dier voor. De dieren hebben minder eetlust, herkauwen weinig, vermageren, hebben een droge en stugge huid. Ze urineren telkens in kleine hoeveelheden. De oorzaak is een bepaalde smetstof. Zie ook het lemma ''chronische nier- en nierbekkenontsteking'' in wbd I.3, blz. 486. [N 3A, 94; N 52, 29; A 48A, 43] I-11
nieren nieren: nērǝ (Tegelen), niertjes: nērkǝs (Tegelen) Boonvormig orgaan dat dient tot afscheiding van de urine. De opgaven zijn alle meervoud. [N 28, 88d] I-11
niet afgegraven hoogveen bolle turf: bǭlǝn tø̜rf (Tegelen) Echt hoogveen is beperkt tot een paar gebieden in Nederland. Een aantal opgaven duidt zeker niet op hoogveen maar op een bepaalde grond waar het mogelijk is turf te steken. [N 27,18b] II-4
niet behouden niet behouden: nēt bǝhājǝ (Tegelen), omgelopen: ø̜mgǝlǫu̯pǝ (Tegelen) Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b] I-11
niet bevrucht gust: gøst (Tegelen), gø̜st (Tegelen) Niet bevrucht bij dekking, gezegd van de koe. [N C, 19; N C, 18] I-11
niet gehalveerde poortvleugel vleugel: vløgǝl (Tegelen) Een scharnierende poort bestaat meestal uit twee vertikaal verdeelde planken helften of vleugels. Bedoeld wordt een poortvleugel die niet zelf nog eens gehalveerd is. Zie voor dit laatste het lemma "gehalveerde poortvleugel" (4.1.7). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18.c bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42a; monogr.] I-6
niet goed gebroeid te gaar: tǝ gār (Tegelen), verbrand: vǝrbrant (Tegelen) Als men bij het broeien te veel of te heet water gebruikt, is het effect averechts: de haren blijven dan erg vast op de huid zitten en laten zich niet gemakkelijk verwijderen. Opgaven als ''het varken is verbranden de huid is verbrand'' zijn versmolten tot één type "verbrand".' [N 28, 23; monogr.] II-1