e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oever kant: kank (Tegelen, ... ), kànk (Tegelen), ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken (of toch omspellen volgens Frings: [kank]?  kank (Tegelen), oever: oever (Tegelen) oever [DC 02 (1932)] || oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)] III-4-4
oeverzwaluw potzwalm: potzjwalm (Tegelen), rivierzwalm: revierzjwalm (Tegelen) oeverzwaluw III-4-1
offerande offerande (<fr.): offerande (Tegelen) De offerande, het offertorium [offeróng?]. [N 96B (1989)] III-3-3
offerblok offerblok: offerblok (Tegelen, ... ) Het metalen (vroeger houten) kastje, aangebracht bij de kerkuitgan(en) en/of bij een heiligenbeeld, waarin men geld kan deponeren [godsblik, offerstok, offerblok, offerbus, offerkist?]. [N 96A (1989)] III-3-3
offergeld offergeld: offergeld (Tegelen, ... ) Het geld dat men in het offerblok stopt [offergeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3
ogenblikje, korte tijd, eventjes eventjes: ef⁄kes (Tegelen), ogenblikje: augenblikske (Tegelen), āūgĕblikske (Tegelen), āūgĕnblĭkskĕ (Tegelen), ps. omgespeld volgens Frings!  awgənblĭĕkskə (Tegelen), wijle: (zo wordt het ook genoemd).  ⁄n wiel (Tegelen), wijltje: Vb. ich had al n wielke gewach, maar neemes deej de deur áop.  wiel⁄ke (Tegelen) ogenblik, korte tijd || ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
ojiefprofiel ojief: ōjīf (Tegelen) Lijst waarvan de kromming in dwarsdoorsnede half hol en half bol is. Men onderscheidt het klokojief, dat van onderen bol en van boven bol is, en het verkeerd ojief, dat van onderen hol en van boven bol is. Zie ook afb. 158. [N 55, 151-152] II-12
okkernoot noot: neut (mv.) (Tegelen) noot I-7
oksaal koor: koer (Tegelen), oksaal: oksaol (Tegelen, ... ) Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)] III-3-3
oksel oksel: oksel (Tegelen), oksel(s) (Tegelen), oksels (Tegelen), onder de arm: woord oksel wordt niet gebruikt  onger de erm (Tegelen) oksel, oksels [oksel, okselschrooi, hoksel, hoks] [N 10 (1961)] III-1-1