e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onzedig onzedig: onzedig (Tegelen) Onzedig, onzedigheid. [N 96D (1989)] III-3-3
onzevader onzevader: onze vader (Tegelen, ... ) Het door de priester gezongen Pater Noster, het Onze Vader. [N 96B (1989)] || Het gebed "Onze Vader", "Pater noster"[Vadder-óns, Vadder-ónzer, noster]. [N 96B (1989)] III-3-3
onzevaderkralen grote kralen: groeete kralle (Tegelen) De Onze-Vaderkralen (6 stuks). [N 96B (1989)] III-3-3
ooftvlaai appelenvlaai: Syst. Veldeke Van gedruegde appele  appeleflaai (Tegelen), Syst. WBD  appelevlaaj (Tegelen) Vla met moes van gedroogde appelen (euftevlaoj, zwarte vla?) [N 16 (1962)] III-2-3
oog oog: ougə (Tegelen) ogen [RND] III-1-1
oog van de naald oog: ǫwx (Tegelen) De opening van de naald waardoorheen men de draad steekt. [N 59, 11b; Gi 1.IV, 13b; monogr.] II-7
oogkleppen scheellappen: šē̜llapǝ (Tegelen), scheerlappen: šē̜rlapǝ (Tegelen) Nagenoeg vierkante leren kleppen die ter hoogte van de ogen aan het hoofdstel vastgemaakt zijn. De oogkleppen dwingen het paard altijd voor zich uit te kijken, en voorkomen zo dat het naast zich iets zou bemerken dat het doet schrikken. [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 28; monogr.] I-10
ooglid deksel: dêksel (Tegelen, ... ), oogdeksel: augdèksel (Tegelen), ougdeksel (Tegelen), ooglid: (ouglid) (Tegelen), auglid (Tegelen, ... ) oog: ooglid [N 10a (1961)] || Ooglid - Als men de ogen sluit, gaat er iets dat men een klepje zou kunnen noemen, over het oog heen. Hoe noemt men dit klepje? [DC 39 (1965)] III-1-1
ooglid: bovenste ooglid bovenlid: baovelid (Tegelen) Ooglid - Als men de ogen sluit, gaat er iets dat men een klepje zou kunnen noemen, over het oog heen. Hoe noemt men dit klepje? [DC 39 (1965)] III-1-1
ooglid: onderste ooglid onderlid: ôngerlid (Tegelen), onderste lid: ungerste lid (Tegelen) Ooglid - Hoe noemt men het andere klepje, aan de onderzijde van het oog? [DC 39 (1965)] III-1-1