18194 |
paraplu |
paraplu:
paraplüj (L270p Tegelen),
perreplu (L270p Tegelen),
perrepluuj (L270p Tegelen, ...
L270p Tegelen)
|
paraplu [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23283 |
parochie |
parochie:
parochie (L270p Tegelen)
|
Een parochie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
34479 |
pas uit het ei gekomen kipje |
kuiken:
kȳkǝ (L270p Tegelen),
kuikje:
kykskǝ (L270p Tegelen)
|
[N 19, 40b]
I-12
|
28840 |
pasband |
bies:
bis (L270p Tegelen),
lintje:
lentjǝ (L270p Tegelen),
lits:
letš (L270p Tegelen),
rekbandje:
rɛkbɛntjǝ (L270p Tegelen)
|
Linnen bandje dat in een kledingstuk wordt meegenaaid om uitrekken te voorkomen. [N 59, 41; MW]
II-7
|
23231 |
pasen |
pasen:
paose (L270p Tegelen)
|
Pasen [Paoësje, Oeëster]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
34046 |
pasgeboren kalf |
nuchter kalf:
nøxtǝr [kalf] (L270p Tegelen),
nø̄gtǝr [kalf] (L270p Tegelen),
nø̄xtǝr [kalf] (L270p Tegelen)
|
[N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
28861 |
paskoord |
gimp:
gim (L270p Tegelen)
|
Met katoen omspannen metaaldraad die ter versterking van het knoopsgat strak en vlak langs de snede van het knoopsgat wordt vastgenaaid. Zie afb. 1. [N 59, 8]
II-7
|
28883 |
paskoordnaald |
gimnaald:
gimnǭlt (L270p Tegelen)
|
Tijdens het bevestigen van het paskoord rondom het te maken knoopsgat gebruikt men de paskoordnaald om het paskoord aan te hechten en strak en vlak langs de snede van het knoopsgat te spannen (Papenhuyzen III, pag. 17). De paskoordnaald is 6 à 8 cm lang en loopt naar het oog wat dik toe. Het oog is flink groot, omdat het paskoord erdoorheen moet (idem, pag. 12). Zie afb. 10. [N 59, 12]
II-7
|
28897 |
paspop |
buste:
bystǝ (L270p Tegelen)
|
Pop waarop men gemaakte kleren past. Er zijn verschillende soorten paspoppen, bijv. harnassen van metalen ringetjes die van voren of van achteren kunnen worden gesloten of pasvormen van geprepareerd papier of karton (Morand, pag. 35). Er bestaan echter ook standaard-paspoppen, zowel voor mannen, vrouwen als kinderen. [N 59, 33]
II-7
|
18183 |
passen |
passen:
pasǝ (L270p Tegelen)
|
Een kledingstuk passen om te zien of het goed zit en de juiste maat heeft. [N 59, 73; N 62, 8; L 48, 1; monogr.]
II-7
|