e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rode koe met geheel witte kop witkop: wetkǫp (Tegelen) [N 3A, 125a] I-11
rode koe met witte kop en rode vlekken om de ogen blaar: blǭr (Tegelen), blaarkop: blārkǫp (Tegelen) [N 3A, 125b] I-11
rode kool rode kool: roeje koel (Tegelen), roeje koeël (Tegelen), roëje koel (Tegelen), roëje koël (Tegelen), rood moes: roeëd moos (Tegelen), roëd moos (Tegelen), roëdmoos (Tegelen), roëd’moos (Tegelen, ... ) rode kool || Rode kool (als plant of gewas) [DC 27 (1955)], [N Q (1966)], [N Q (1966)] || rode kool als gerecht [N Q (1966)] I-7, III-2-3
roek dool: daol (Tegelen), roek: roek (Tegelen) Hoe heet de roek? [DC 06 (1938)] || roek III-4-1
roep- en lokwoord voor de eend wiele, wiele: wīlǝ, wīlǝ (Tegelen), wiele, wiele, wiele: wilǝ, wilǝ, wilǝ (Tegelen) [L 18, 2; L B2, 259b; GV 2, 2k; VC 14, 2r -r-; Vld.; N 19, 74, Q 111 add.; A 6, Q 36 add.; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor de gans wiele, wiele, wiele: wīlǝ, wīlǝ, wīlǝ (Tegelen) Naast het roepen van namen kan men de ganzen ook lokken door met de tong te klakken of te fluiten. [VC 14, 2p -r-; L 47, 9d; A 6, 6] I-12
roep- en lokwoord voor de haan tok, tok, tok: tǫk, tǫk, tǫk (Tegelen) In vraag 2a van de "Amsterdamse" lijst 6 werd specifiek gevraagd naar "lok- of roepnaam voor de haan". Een groot aantal informanten zegt geen onderscheid te maken bij het roepen of lokken van haan, hen of kuiken. De antwoorden die specifiek werden gegeven voor lok- of roepnaam voor de haan zijn in dit lemma opgenomen. [A 6, 2a] I-12
roep- en lokwoord voor de kip tuut, tuut, tuu: tȳt, tȳt, tȳ (Tegelen), tuut, tuut, tuut: tyt, tyt, tyt (Tegelen) Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor een big kuus, kuus, kuus: kys, kys, kys (Tegelen), kuusje: kyskǝ (Tegelen) Roep- en lokwoord voor een big. Iets roepen kan ook vervangen worden door een smakkend geluid te maken of door te klakken met de tong. [N 19, 11b; VC 14, 2d r; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het kalf mup: mø̜p (Tegelen) Met kan een kalf roepen met de algemene benamingen kalf, kalfje, muk enzovoorts, met eigennamen als Liesje, met klanknabootsingen of eventueel met het rammelen van melkemmers. [N C, 17; VC 14, 2b (r] I-11