e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rozenkransmaand rozenkransmaand: roeezekrantsmaond (Tegelen) De Rozenkransmaand (d.w.z. oktober). [N 96B (1989)] III-3-3
rozijnenbrood krentenweg met sucade: steeds rozijnen en krenten gebruikt  krintewêk met sucade (Tegelen), pruimpjesweg: prümkes-wèk (Tegelen), prümkeswêk (Tegelen), pruimpjesweg met sucade: steeds rozijnen en krenten gebruikt  prümkeswêk met sucade (Tegelen), rozijnenweg: rezienewêgk (Tegelen) brood, waarin rozijnen gebakken worden [N 29 (1967)] || rozijnenbrood || wittebrood met krenten, rozijnen (en eventueel sucade) [DC 053A (1978)] III-2-3
rug rug: rø̜q (Tegelen) Zie afbeelding 2.29. [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9
rug van het blad van de zeis rug: rø̜q (Tegelen) De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b] I-3
rug van het lemmer rug: rök (Tegelen) De niet-scherpe zijde van een mes (rug, botte kant) [N 79 (1979)] III-2-1
rugband bandje: bęntjǝ (Tegelen) De band achter in de (driedelige) rug van een colbert. Vergelijk de lemmata ɛplatstukɛ en ɛjukstukɛ.' [N 59, 92] II-7
ruggengraat ruggengraat: ruggegroat (Tegelen), röggegraot (Tegelen), ruggenstrang: ruggestrang (Tegelen), rugstrang: rukstrank (Tegelen), rögksjtrangk (Tegelen), röksjtrank (Tegelen) rug: ruggegraat [ruggestrang, ruggegraat] [N 10 (1961)] III-1-1
ruggenwervel welver: wölver (Tegelen), wervel: wervel (Tegelen), wörvel (Tegelen, ... ) [N 10 (1961)] III-1-1
rugnet vliegengaren: [vliegengaren] (Tegelen) Vliegennet dat over de rug van het paard wordt gehangen. Een groot aantal opgaven zijn benamingen voor het vliegennet in het algemeen. Zie voor de fonetische documentatie het lemma Vliegennet [JG 1a; N 13, 83c] I-10
rugvoeringplooi ruimteplooi: rymtǝplūj (Tegelen) Plooi in de voering in de middenrugnaad. [N 59, 119] II-7