e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snuifje snuifje: sjnūūfkə (Tegelen) snuifje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid tabak die men in een keer opsnuift (snuifje, snuit, kees, prise) [N 80 (1980)] III-2-3
snuit snuit: sjnoet (Tegelen, ... ), sjnôêt (Tegelen), snōēt (Tegelen, ... ), snuits: šnūts (Tegelen), varkenssnuit: vɛrkǝsšnūt (Tegelen) [N 19, 25; N 76, 11; L 7, 8; JG 1a]gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)] I-12, III-1-1
snurken ronken: ronke (Tegelen), snurken: sjnorke (Tegelen), sjnörke (Tegelen, ... ), snörke (Tegelen) snurken [snorke, ronke] [N 10 (1961)] III-1-2
soda soda: sodā (Tegelen), zōdā (Tegelen) de witte stof, die door kruideniers en drogisten wordt verkocht in poedervorm en die gebruikt wordt om de was uit te koken, om hard water zacht te maken en in een bad waarvan men b.v. een zwerende vinger onderdompelt? (soda) [DC 15 (1947)] III-2-1
soep soep: Syst. Veldeke  soep (Tegelen, ... ), Syst. WBD  soep (Tegelen, ... ), sōēp (Tegelen) Soep, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
soep van ingewanden knookjessoep: Syst. Veldeke Van frisse knäök, kort na de slacht  knäökskessoep (Tegelen), niertjessoep: Syst. WBD  neerkessoep (Tegelen), neerkössoep (Tegelen), ozeltje: Syst. Veldeke Alg.: get wat hiel petièterig, ermzielig is. Sjtamwaord van b.n. = ozel: ermood, kèlt, ermzieligheid. "vergaon van ozel"is e laevend waord.  euzelke (Tegelen) Soep van ingewanden, hart, nieren e.d. (tripsoep?) [N 16 (1962)] III-2-3
soepgroente soepengroen: soe’pegreun (Tegelen, ... ) soepgroente || soepgroenten I-7, III-2-3
soepketel, waterketel marmiet: vroeger wel eens gehoord, maar of \'t hier inheems was weet ik niet (zie vraag 1  marmiet (Tegelen) berremiet/ marmiet, in de betekenis van koperen waterketel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
soepketeltje hengelketeltje: de vraag wordt gesteld of dit vroeger niet marmiet werd genoemd? (zie vraag7)  hingelkaetelke (Tegelen), veldkannetje: veldkenke (Tegelen) keteltje van blik waarin men melk, soep e.d. naar de arbeiders in het veld brengt (perdons) [N 20 (zj)] III-2-1
soepterrine soepkomp: soep-kômp (Tegelen), soepterrine: soeptrien (Tegelen, ... ), soeptrĭĕn (Tegelen) soepterrine [N 20 (zj)] III-2-1