e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstoppertje spelen bergemuisje spelen: bergemüske (Tegelen, ... ), /  bergemüske (Tegelen), Aan dit spel kon n onbeperkt aantal kinderen deelnemen.  bergemüske (Tegelen), kuikelemuisje spelen: kukelemüske (Tegelen), stok-af!: Dit is n variant op bergemüske, maar met wat meer actie.  sjtok-aaf! (Tegelen) Kinderspel: verstoppertje spelen. || Lievelingsspel 2. [SND (2006)] || Lievelingsspel 3. [SND (2006)] || Variant op bergemüske [verstoppertje spelen]. || verstoppertje [SND (2006)] || Verstoppertje spelen. III-3-2
verstopte speen uierontsteking: yjǝrontštē̜keŋ (Tegelen), verstopte deem: vǝrštǫptǝ dīǝm (Tegelen), vǝrštǫp˱dǝ dēm (Tegelen) Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a] I-11
versuikeren versokkeren: vǝrsokǝrǝ (Tegelen) Hard worden van de honing of het kristalliseren van honing: het overgaan van vloeibare vorm naar vaste. Dan is hij versuikerd. Voor de consumptie is versuikerde of gekristalliseerde honing niet minder geschikt dan de vloeibare. Hieruit blijkt dat de honing niet is verhit. [N 63, 118; Ge 37, 182; monogr.] II-6
verteerde mest kort mest: kǫrt [mest] (Tegelen), oud mest: alt [mest] (Tegelen), āt [mest] (Tegelen) De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.] I-1
vertikale paal in een poort middenstijl: medǝštīl (Tegelen) Een rechtstaande, uitneembare paal in het midden van een poort, waartegen de beide poortvleugels gesloten kunnen worden. Deze paal is aan de bovenzijde meestal verankerd achter een gebogen stuk ijzer, aan de onderzijde in een gat. De paal wordt weggenomen als de poort helemaal geopend moet worden. De paal is onbekend in een groot aantal plaatsen. Door functionele overeenkomst kunnen de benamingen ook wel gebruikt worden voor andere soorten sluitbalken (zie deze lemmata). Zie ook afbeelding 18.g bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42e; N 5, 104; A 49, 4; add. uit N 5A, 93c] I-6
vertinborstel kwast: kwas (Tegelen) Lange stok met aan het uiteinde een soort spaan of borstel, waarmee de binnenzijde van schoorsteenkanalen ruw bepleisterd wordt. De specie die hierbij werd gebruikt, werd in Q 95a 'schouwplaaster' ('šǫwplǭstǝr') genoemd. [N 32, 25d; monogr.] II-9
vervaldag sinten-dries: Opm. dit is vroegere benaming (30 nov.).; lang in onbruik.  Sinten Drees (Tegelen) betaaldag, jaarlijkse ~ bij de notaris [bamis?] [N 21 (1963)] III-3-1
verwarmen, stoken stoken: sjtaoke (Tegelen, ... ) stoken [DC 35 (1963)] III-2-1
verweerde kalk uitgewerkte kalk: u.t˲gǝwęrk˱dǝ kalǝk (Tegelen) Ongebluste kalk die langdurig aan vochtige lucht werd blootgesteld en daardoor met water en koolzuur is verzadigd. Verweerde kalk blust zeer moeilijk. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Kalk blussen'. [N 30, 29b; monogr.] II-9
verwelkt verslakkerd: versjlak’kerd (Tegelen) verwelkt III-4-3