e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

Gevonden: 5743
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brief brief: bre.f (Tegelen) brief [RND] III-3-1
briesen snuiven: šnūvǝ (Tegelen), spruisen: špruzǝ (Tegelen) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
broden kleistompen: kleistompen (Tegelen), stuiken: štūkǝ (Tegelen) Broodvormige bewerkte of onbewerkte stukken klei van ongeveer 20 kilo. [N 49, 15b] II-8
broeden, op eieren zitten broeden: brø̄i̯ǝ (Tegelen) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedende kip op eieren broek: bruk (Tegelen), kloek: kluk (Tegelen), klūk (Tegelen) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12
broeder broeder: broeder (Tegelen) Een lager lid van een kloosterorde die geen kerkelijke wijding bezit, broeder [bruur, broeder]. [N 96D (1989)] III-3-3
broederschap van de heilige kindsheid heilige kindsheid: heilige kinsheid (Tegelen) De broederschap van kinderen die als doel had de heidense kinderen, vooral die in China, op te voeden, Broederschap der H. Kindsheid [Hèllige Kinsheid]. [N 96D (1989)] III-3-3
broednest broednest: broednest (Tegelen) Plaats waar de moer of koningin de eieren legt. Ze gaat uit van één raat en bouwt op de nevenraten via rondjes het broednest uit. Het broednest krijgt uiteindelijk ongeveer de vorm van een bol. Het woordtype broedkrans duidt op het feit dat een aantal werkbijen in een krans de koningin begeleidt bij het leggen van de eieren. De krans werkbijen voorziet de koningin voortdurend van voedsel. [N 63, 19; N 63, 10d; N 63, 18] II-6
broedse kip die men niet wil laten broeden fots: fots (Tegelen), tosser: tosǝr (Tegelen) [N 19, 43b] I-12
broeien broeien: brø̄jǝ (Tegelen), schroeien: šrø̄jǝ (Tegelen) Het varken met heet water begieten om de haren en de opperhuid te weken, opdat de haren gemakkelijk afgekrabd kunnen worden. [N 28, 19; monogr.] II-1