e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q197a plaats=Terlinden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kerk kerk: hé waor te vreug in de kerek (Terlinden) te vroeg in de kerk zijn [N 08 (1961)] III-3-3
kerkboek kerkboek: kerkbook (Terlinden), misboek: mèsbook (Terlinden) Een kerkboek met godvruchtige gebeden en overwegingen, bestemd voor de gelovigen [gebèèjeboek]. [N 96B (1989)] III-3-3
kerkgang uitgang: oetgaank (Terlinden) De eerste gang naar de kerk die de moeder deed na de bevalling, kerkgang [kèrkegank, kirchejank?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kerkgezang liedje: leedsje (Terlinden), è leedsje (Terlinden) Een gezang, zang [jezank?]. [N 96B (1989)] || Een kerkelijk lied, een kerklied [kirchelidsje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kerkkoor t koor?].: dér zaank (Terlinden) Het kerkelijk zangkoor [kèrkkoeër, kirchekoeër, zangkoeër [N 96B (1989)] III-3-3
kerkpatroon kerkpatroon: kerkpatroeën (Terlinden) Een kerkpatroon [kirchepatruëner]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerkvaandel grote vaan: groeëte vaan (Terlinden) Het kerkvaandel [de kirchevaan]. [N 96C (1989)] III-3-3
kermistent kraam: kraom (Terlinden) Een kermistent [barak, schob]. [N 88 (1982)] III-3-2
kern van een pit kern: kejn (Terlinden) Het binnenste van zaad of pit (kern, kerning, kerel, karring). [N 82 (1981)] I-7
kernhout kern: kéjn (Terlinden) Het binnenste van een boom zonder levend weefsel, donker van kleur (kern, kernhout). [N 82 (1981)] III-4-3