e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q197a plaats=Terlinden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
potlood crayon (fr.): crayon (Terlinden), potlood: potlòēd (Terlinden) een met hout omgeven staafje grafiet om mee te schrijven of te tekenen [potlood, crayon] [N 87 (1981)] III-3-1
praam praam: prām (Terlinden) Neusknijper om het paard in bedwang te houden. Een praam bestaat uit een houtje met een lus eraan, die rond de bovenlip van het paard wordt gelegd en met het houtje wordt aangedraaid. Er bestaan ook metalen neusknijpers met deze functie (zie o.a. de termen muilijzer, tandijzer en gebitijzer). [JG 1b, 1c, 2c; N 13, 85; N 33, 377 en 380; S 28; monogr.] I-10
praatje kal: kaal (Terlinden) een waarschijnlijk onwaar bericht [praatje, praat, spraak, mare] [N 87 (1981)] III-3-1
pralerij bohei: beheij (Terlinden) een vertoon van grootheid [kasgenade, geneuk, paret] [N 85 (1981)] III-1-4
preek predik: prèèdig (Terlinden) De predikatie, de preek [preek, prèèk, preëdich?]. [N 96B (1989)] III-3-3
prefatie prefatie (<lat.): prefatie (Terlinden) De door de priester gezongen lofprijzing ter inleiding van de Canon, de prefatie. [N 96B (1989)] III-3-3
preken prediken: prèdige (Terlinden) Preken, prediken [preeke, prèèke, preëdieje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
pret, schik spa (du.): spas (Terlinden), vro: vròè zieje (Terlinden) een gevoel van vrolijkheid en blijdschap waaraan men duidelijk uiting geeft [plezier, pret, lol, schik] [N 85 (1981)] || pret, genoegen verschaffend of veroorzakend; aangenaam [pertig, prettig] [N 85 (1981)] III-1-4
prevelen wiezelen: wiesjele (Terlinden) Prevelen. [N 96B (1989)] III-3-3
priester geestelijke: gaestelijke (Terlinden) Een priester [preester, prejster, geestelijke]. [N 96D (1989)] III-3-3