e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q197a plaats=Terlinden

Overzicht

Gevonden: 2962
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dompelen onderduwen: onderduje (Terlinden), soppen: sòppe (Terlinden) Dompelen: geheel doen onder gaan in een vloeistof (dompelen, duwen, soppen, onderduwen). [N 84 (1981)] || in een vloeistof dompelen [dopen, doppen, dompelen] [N 91 (1982)] III-1-2, III-4-4
donderbeestje donderbeestje: daonderbiesjkes (Terlinden) donderbeestje: Kent u in uw dialect een woord om de zeer kleine zwarte beestjes aan te duiden die mij naderend onweer ploseling op de mens komen zitten? [N100 (1997)] III-4-2
donderslag helle slag: helle-slaag (Terlinden) hevige donderslag [ketterslag, kletteraar] [N 81 (1980)] III-4-4
donderwolk onweerslucht: onwēērsloag (Terlinden) lucht die onweer en regen voorspelt [broeilucht, smerige lucht, donderlucht, schoer] [N 81 (1980)] III-4-4
donker worden, duisteren duister worden: duuster wére (Terlinden) donker worden [duisteren] [N 91 (1982)] III-4-4
donker, duisterx duister: duuster (Terlinden) niet of weinig verlicht [donker, duister, deemster] [N 91 (1982)] III-4-4
dons, nestveren duivelshaar: duuvels-haore (Terlinden) het haar van jonge vogels die nog geen veren hebben (stapveren, duivelshaar, paddehaar) [N 83 (1981)] III-4-1
dood (zn.) dood: doēd (Terlinden) de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)] III-2-2
doodskist doodskist: doeëdskis (Terlinden, ... ) de doodskist [N 96D (1989)] || De doodskist. [N 96D (1989)] III-2-2, III-3-3
doodzonde doodzonde: doeëdzung (Terlinden) Doodzonde, dodelijke zonde [doeëdzund]. [N 96D (1989)] III-3-3