21699 |
meineed |
meineed:
meineed (Q197a Terlinden),
valse eed:
vaalse eed (Q197a Terlinden)
|
een valse eed, meineed [N 96D (1989)]
III-3-1
|
20366 |
meisje met wie een jongen verkering heeft |
meid:
meid (Q197a Terlinden)
|
het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20381 |
meisje met wie men verloofd is |
meid:
meid (Q197a Terlinden)
|
verloofde [vrouwelijk] [fem, frul, caprice] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20970 |
melig |
melig:
mélig (Q197a Terlinden)
|
Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33882 |
melk van het paard |
merremelk:
męrǝmęlǝk (Q197a Terlinden)
|
De biest- of paardsmelk bevat ingrediënten die het veulen tegen verscheidene ziekten weerstand geven en die er bovendien voor zorgen dat het darmpek, de taaie, donkere substantie die zich in de darmen van het pasgeboren veulen bevindt (zie het lemma ''de eerste uitwerpselen van het veulen'' (5.7)), verwijderd wordt.' [N 8, 32.6 en 57]
I-9
|
34246 |
melkafromer |
houten lepel:
hǫu̯tǝn lēpǝl (Q197a Terlinden)
|
De afromer scheidt de roomlaag van de melk. Dit scheiden kan gebeuren door een grote schuimspaan of een houten lepel te gebruiken. Met een houten latje kan men room tegenhouden, terwijl de ontroomde melk door de tuit van de in schuine stand gehouden plateel of teil vloeit. Men kan de room eenvoudig met een vinger wegdoen of men kan die wegblazen. Moderner is de scheiding van room en melk met een melkmachine of centrifuge. [N 12, 57 en 58; JG 1a, 1b; A 23, 3; monogr.]
I-11
|
34346 |
melkgift van de zeug |
zog:
zox (Q197a Terlinden)
|
[N 19, 20]
I-12
|
33554 |
meloen |
meloen:
meloen (Q197a Terlinden)
|
Een meloen, de komkommerachtige oranjekleurige of groene, sappige, smakelijke vrucht (meloen, kanteloep). [N 82 (1981)]
I-7
|
19137 |
menen |
menen:
mienge (Q197a Terlinden)
|
van mening zijn [peinzen, menen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
30153 |
mergelblok |
zandblok:
zānt˱blǫk (Q197a Terlinden
[(meervoud: zānt˱blø̜k)]
)
|
Mergel is zandsteen met leem en kalk als bindmiddel. Men onderscheidt mergelaarde en mergelsteen. De eerste soort wordt toegepast bij het vruchtbaarmaken van landbouwgrond. De laatstgenoemde wordt, in rechthoekige of vierkante blokken gezaagd, vooral in het zuiden van het onderzoeksgebied gebruikt bij de bouw van huizen of als sierlaag in baksteenmetselwerk. Mergelsteen kan met een mes zeer gemakkelijk bewerkt worden maar is toch tamelijk duurzaam omdat ze onder invloed van het weer vaster wordt. Een van de beste soorten is de Sibbersteen uit de groeven van Valkenburg. [N 30, 55b; N 30, 56; monogr.]
II-9
|