28579 |
optissen |
zoemen:
zumǝ (Q197a Terlinden)
|
Het maken van geluid door de bijen als men de korf of kast opent. [N 63, 72]
II-6
|
29979 |
optoppen, oplangen |
verlengen:
vǝrlɛŋǝ (Q197a Terlinden)
|
De steiger verhogen door de staanders met behulp van palen, de zgn. 'optoppers', te verlengen. De optoppers worden door middel van touwen aan de staanders gebonden en ze rusten op een op de staander gespijkerde, houten klos. [N 32, 5a; monogr.]
II-9
|
29980 |
optopper |
den:
dęn (Q197a Terlinden)
|
Houten paal waarmee de staander wordt verlengd. De optoppers worden met touwen aan de staanders vastgebonden en rusten op houten klossen die op de staanders zijn bevestigd. Zie ook afb. 19. [N 32, 5b]
II-9
|
34000 |
optuigen |
(het) getuig opleggen:
gǝtȳx˱ ǫplękǝ (Q197a Terlinden)
|
Een trekpaard van het nodige trektuig voorzien. Men zet het hoofdstel op het hoofd van het paard, plaatst het haam om zijn nek, legt het schoftzadel op zijn rug en doet het achterhaam aan. Tenslotte gespt men de verschillende delen aan elkaar. [JG 1b; N 8, 97a; monogr.]
I-10
|
33966 |
opzetteugel |
bakriem:
(mv)
bakrēmǝ (Q197a Terlinden)
|
Leren riem die van het bit door de ringen boven op het haam naar het schoftzadel loopt en belet dat het paard bij het trekken gras vreet. [N 13, 33]
I-10
|
25082 |
ordenen, rangschikken |
inrichten:
inrichte (Q197a Terlinden)
|
op een regelmatige of doelbewuste wijze plaatsen [schikken, rangschikken, schavelen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23570 |
organist |
organist:
örganist (Q197a Terlinden)
|
De organist, orgelist. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23571 |
orgel spelen |
op de orgel spelen:
op n örgel spēle (Q197a Terlinden)
|
(op het) orgel spelen, het orgel bespelen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
34053 |
os |
os:
øs (Q197a Terlinden)
|
Gesneden mannelijk rund [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.]
I-11
|
33763 |
oud, versleten paard |
storkel:
štørkǝl (Q197a Terlinden)
|
Zie ook het lemma ''benamingen voor het paard naar de leeftijd'' (2.4.1), sub F. [JG, 1b; A 45, 28a; L 5, 36; L 36, 82; N 8, 20, 62f en 62g; monogr.]
I-9
|