21412 |
verhaal |
verhaal:
verhaol (Q197a Terlinden)
|
een uitvoerig verhaal [teel] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19370 |
verhuizen |
bageren:
bagére (Q197a Terlinden),
verhuizen:
verhuuze (Q197a Terlinden)
|
Van woning veranderen (verhuizen, overhuizen, overtrekken) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
34657 |
vering |
ressort:
(mv)
rǝsǭrǝ (Q197a Terlinden)
|
Vering van het rijtuig. Onder A. bevinden zich de algemene benamingen voor de vering, onder B, C en D de specifieke soorten. De enkele veer (B) bestaat uit een hoofdblad , waarop door middel van een in het midden aangebrachte veerbout twee of meer, telkens kortere steunbladen zijn vastgeklemd. De dubbele veer (C), die meer gebruikt wordt, daarentegen bestaat uit twee hoofdbladen. De spiraalveer tenslotte (D) is een spiraalvormig opgewonden draad van staal of een ander veerkrachtig materiaal. [N 101, 16, monogr]
I-13
|
21399 |
verkeren |
vrijen:
vrieje (Q197a Terlinden)
|
verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20364 |
verkering |
sjans:
sjaans (Q197a Terlinden)
|
verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20367 |
verkering hebben |
vrijen:
vrieje (Q197a Terlinden)
|
verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18074 |
verkouden |
(het heeft de) koorts:
kǫts (Q197a Terlinden)
|
Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.]
I-9
|
18080 |
verkoudheid |
snop:
snoep (Q197a Terlinden)
|
Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18850 |
verlegen (zijn) |
teruggetrokken:
get terùùkgetrokke (Q197a Terlinden)
|
niet flink of zelfbewust zijn, zich niet goed durven uiten in het bijzijn van anderen [teutelen, verlegen zijn] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25091 |
vermengen |
mengelen:
mingele (Q197a Terlinden),
roeren:
reure (Q197a Terlinden)
|
in elkaar vermengen [warzen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|