23687 |
de kruisweg bidden |
de kruisweg beden:
dèr kruuswèèg bèèje (Q197a Terlinden)
|
De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22538 |
de mei vieren |
mei opzetten:
mei opzette (Q197a Terlinden)
|
De tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
33870 |
de merrie dekken |
dekken:
dɛkǝ (Q197a Terlinden)
|
Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b]
I-9
|
23550 |
de mis dienen |
de mis dienen:
de mès deene (Q197a Terlinden)
|
De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23519 |
de mis doen |
de mis doen:
de mès doae (Q197a Terlinden)
|
De mis doen, opdragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23686 |
de missie preken |
missie (<fr.) preken:
missie prèdige (Q197a Terlinden)
|
De missie preken. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28612 |
de moederkorf afkloppen |
afkloppen:
āfklopǝ (Q197a Terlinden)
|
Bij het jagen de onderste korf of moederkorf met beide handen gedurende ongeveer een kwartier van onderen naar boven bekloppen. Zie ook het lemma Jagen. [N 63, 88a; monogr.]
II-6
|
23694 |
de portiuncula-aflaat verdienen |
in- en uitgaan:
in en ōēt gaank (Q197a Terlinden),
portiunculen:
persjoenkele (Q197a Terlinden)
|
De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28603 |
de raat uitbreken |
uitbreken:
ūtbrę̄kǝ (Q197a Terlinden)
|
Uitbreken van de raat bij het oogsten van de honing. Het volk is dan verwijderd. [N 63, 81a]
II-6
|
23290 |
de roepen krijgen |
in de roepen zijn:
in de reup ziej (Q197a Terlinden)
|
De roepen krijgen, afgeroepen worden in de kerk, "onder de geboden staan", "onder de roepen zijn", "in de roepen gaan". [N 96D (1989)]
III-3-3
|