32873 |
enkelvoudig handvat |
handvat:
hānt˲vāt (Q197a Terlinden)
|
Handvat van de zeis, indien het er maar één is. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''.' [N C, 3a]
I-3
|
23608 |
epistel |
epistel (<lat.):
epistel (Q197a Terlinden)
|
De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19013 |
er heet aan toegaan |
er erg aan toegaan:
errègel toegaoè (Q197a Terlinden)
|
er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22433 |
ereboog |
boog:
baog (Q197a Terlinden, ...
Q197a Terlinden),
boag (Q197a Terlinden)
|
De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] || Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] || Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
24046 |
ereboog voor de jonge priester |
boog:
baog (Q197a Terlinden)
|
De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20374 |
ereboog voor het bruidspaar |
boog:
baog (Q197a Terlinden)
|
de ereboog voor het bruidspaar [N 96D (1989)]
III-2-2
|
18837 |
ernstig |
serieus:
serieus (Q197a Terlinden)
|
van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33278 |
erwt, algemeen |
erwt:
ɛrt (Q197a Terlinden)
|
Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24]
I-5
|
33579 |
erwten- of bonenranken |
ranken:
reng (Q197a Terlinden)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
28573 |
europees vuilbroed |
vuilbroed:
vūlbrōt (Q197a Terlinden)
|
Zuurbroed. Ziekte veroorzaakt door bacillen. Deze ziekte tast het open broed aan. De meeste larven sterven er aan nog voordat zij het popstadium bereikt hebben. [N 63, 27]
II-6
|