e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K353p plaats=Tessenderlo

Overzicht

Gevonden: 5327
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een huis uitzetten een huis uittrekken: ǝn hǫwǝs˱ øttręʔǝ (Tessenderlo), uitslagen: øtslǭgǝ (Tessenderlo) De omtrek van een te bouwen huis met palen en planken uitzetten. [N 30, 24a; monogr.] II-9
een koningin opzetten (een) koningin opzetten: kø̜negen upzɛtǝn (Tessenderlo) Een moerloos volk een koningin geven. [N 63, 100c; monogr.] II-6
een kring op de grond trekken een ring op de grond trekken: ne rink oep den grond trekke (Tessenderlo) Een kring op de grond trekken. [ZND 29 (1938)] III-3-2
een kruisje geven een kruisje geven: kreske geeve (Tessenderlo) Een kind voor het slapen gaan met de duim een kruisje geven op het voorhoofd. [N 96B (1989)] III-3-3
een kruisje op het brood maken een kruisje maken: kreske maoke (Tessenderlo) Het gebruik om een brood met het mes te bekruisen, voordat men het aansnijdt; men maakte met het broodmes een kruisje aan de onderkant van het brood [n kruuske ónder de mik maake?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een kruisteken maken n kruus maake: krouwestiejeke maoke (Tessenderlo) Een kruisteken maken/slaan, zich bekruisen, zich zegenen [zich bekruuse [N 96B (1989)] III-3-3
een kuil graven graven: graaven (Tessenderlo) Een kuil maken (dappen, graven) [N 108 (2001)] III-1-2
een las maken aaneenlassen: ǭnijǝnlásǝ (Tessenderlo) Twee in elkaars verlengde liggende stukken hout door middel van een las met elkaar verbinden. Zie ook afb. 128. [N 54, 42d; N 54, 43] II-12
een lelijk gezicht trekken snuit: ənōͅuərchə (?) snōͅuət (Tessenderlo), snuiten trekken: snōͅuwətə treͅ⁄ə (Tessenderlo), vies gezicht: ə viəs gəzecht (Tessenderlo) grijnzen, een lelijk gezicht trekken [greeze, nen toot zette, snuit trekke, grimas maken] [N 10 (1961)] III-1-4
een miskraam krijgen omslaan: omslaan (Tessenderlo) Een miskraam krijgen (opslagen, omslaan). [N 115 (2003)] III-2-2