e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K353p plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebouw bètiment (fr.): batəmeͅnt (Tessenderlo, ... ), gebouw: gəbēi̯əi̯ (Tessenderlo, ... ) een nieuw gebouw [ZND 35 (1941)] || gebouw [ZND 12 (1926)] III-2-1
gebreide kous gestrokken kous: gəstrukə køͅs (Tessenderlo), zie WNT: strikken, in t Z.-O. der Kempen bezigt men een sterk verl. deelw. gestrokken.  gestrŏĕke kèùs (Tessenderlo) breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] III-1-3
gebreide wollen muts wollen muts: weͅllə møts (Tessenderlo) vrouwenmuts, zwarte, dikke gebreide ~ [N 25 (1964)] III-1-3
gebrekkig gebrekkig: gəbroe-ïch (Tessenderlo) gebrekkig [ZND 01 (1922)] III-1-2
gebrekkig persoon sukkelaar: n`en soekeleer (Tessenderlo) een gebrekkig mens [ZND 23 (1937)] III-1-2
gebruik gebruik: gəbro.ïk (Tessenderlo), gewente: gewente (Tessenderlo, ... ) Dat is maar een gewoonte. [ZND 35 (1941)] || Dat is zo het gebruik (de woonte, enz.). [ZND 23 (1937)] || Gebruik. [ZND 01 (1922)] III-3-2
gebruiken met nieuwjaar nieuwejaarsbrief: J. v. Poel.  nīvəjaərs brīvən ən kaətən (Tessenderlo), nieuwejaarzingen: J. v. Poel.  nīvəjaər ziŋ`ə (Tessenderlo) Nieuwjaar zingen. [ZND 10 (1925)] || Nieuwjaarsbrieven en kaarten. [ZND 10 (1925)] III-3-2
gecenterd zaagwerk schoon rond getoerd: sxuwǝn rõnt ˲gǝtūrt (Tessenderlo) Werk dat rond uitgezaagd is, bijvoorbeeld een rond tafelblad. [N 53, 33c] II-12
gecombineerde houtbewerkingsmachine combinée: kombenē (Tessenderlo) Houtbewerkingsmachine waarmee men kan vlakschaven, op dikte schaven, boren en zagen. Een dergelijke machine wordt vooral in grotere houtbewerkende bedrijven gebruikt. [N 53, 87; monogr.] II-12
gecombineerde machine combiné: kǫmbinę̄ (Tessenderlo) De gecombineerde machine voor het schrooien, schuren, polijsten en uitpoetsen. "Schoenherstellersbedrijf" merkt op pag. 76 onder "Uitpoetsmachine" op: "Deze combinatiemachine is de belangrijkste in het schoenherstellersbedrijf, waarvan overigens een zeer groot aantal merken en typen bestaat. In beginsel is de uitpoetsmachine een door middel van een drijfriem, elektrisch aangedreven horizontale as. Op deze as zijn beitels (voor het schrooien), schijven (voor het schuren), ringen (voor het coulissen) en borstels of lappenschijven (voor het poetsen) gemonteerd. Veelal zorgt een ingebouwde zuiginstallatie voor de afvoer van stof. [N 60, 243a; N 60, 243b] II-10