e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K353p plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
halen halen: holən (Tessenderlo), hǭlǝ (Tessenderlo) halen [ZND 01 (1922)] || Verzamelen van nectar, stuifmeel en water door de meestal oudere werkbijen. [N 63, 41; Ge 37, 79] II-6, III-1-2
half- of stiefbroer stiefbroer: stiefbruur (Tessenderlo) De zoon van de tweede man of vrouw van je vader of moeder (stiefbroer) [N 115 (2003)] III-2-2
half- of stiefzuster stiefzuster: stiefzuster (Tessenderlo) De dochter van de tweede man of vrouw van je vader of moeder (stiefzuster) [N 115 (2003)] III-2-2
half-cirkelvormig raam halfmaan: halǝfmǭn (Tessenderlo) Een raam in de vorm van een halve cirkel met de rechte zijde aan de onderkant, meestal aan stallen. Het benoemingsmotief van de benamingen is meestal de vorm van de raampjes, soms zijn ze naar andere raampjes genoemd die dezelfde vorm hebben (van de oven of van - onbeglaasde - ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie o.a. het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). [N 4, 51; N 4A, 38a] I-6
halfhemd open hemd: open hemd (Tessenderlo) halfhemd, kort overhemd of los linnen borststuk dat onder de halsopeningen van het vest wordt gedragen [frontj] [N 23 (1964)] III-1-3
halfhoge klomp hool mee kap: hōl mē kap (Tessenderlo) Klomp met een kap die iets lager en korter is dan die van de hoge klomp. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. [N 97, 142] II-12
halfhoge knoopschoen? laag botje: li-jəgə boͅtəkəs (Tessenderlo), liəgə bòttəkəs (Tessenderlo) damesschoenen, halfhoge ~ met knopen opzij [leerskes] [N 24 (1964)] III-1-3
halfhoge pet met opstaand bovenstuk zijden klak: zeͅjə kläk (Tessenderlo) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk: het halfhoge model {afb} [lage zeje] [N 25 (1964)] III-1-3
halfhoutse hoekverbinding half op half: halǝf˱ up halǝf (Tessenderlo) Verbinding, waarbij twee stukken hout onder een hoek met behulp van een lip met elkaar verbonden worden. Zie ook afb. 130. Beide delen worden door middel van lijm, houtschroeven, spijkers of houten nagels vastgezet. [N 54, 51a] II-12
halfmis add. offer: offer (Tessenderlo) Het moment waarop de mis op de helft is, wat de duur betreft [halfmis, hauvermès?]. [N 96B (1989)] III-3-3