e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K353p plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
in de pap liggen in de pap liggen: en dǝ pap legǝn (Tessenderlo) Eitjes en larven worden door de werkbijen in een pap van stuifmeel, honing en water gelegd. Hierin gedijen ze zeer snel. Men zegt dan "de larven liggen in de pap, in de melk". De cellen zijn dan nog niet verzegeld. [N 63, 22c] II-6
in de rug slaan (met de vuist) stompen: stoempen (Tessenderlo) Met de vuist in de rug slaan (doffen, dompen, stompen, stoten, sjtokken) [N 108 (2001)] III-1-2
in de rug slaan (met de vuist) [cf. wld iii, 1.2] tetsen: tetsen (Tessenderlo) Een slag met de vuist op de rug (bij sommige kinderspelen). [ZND 33 (1940)] III-3-2
in een beek baden baden: booun (Tessenderlo), bōə (Tessenderlo), in de beek baoən (Tessenderlo), in een beek bouwen (Tessenderlo) In een beek baden. [ZND 33 (1940)] III-3-2
in ondertrouw gaan ondertrouwen: ondertrouwe (Tessenderlo) aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaan-de echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 115 (2003)] III-2-2
in panden ploegen in bedden rijden: e będǝ ręi̯ǝ (Tessenderlo), in panden rijden: e pãnǝ ręi̯ǝ (Tessenderlo), en pan rę̄i̯ǝn (Tessenderlo) Panden zijn delen van een akker van gelijke of ongelijke grootte. Men ploegde in panden met name in de herfst. Ook in de tuinbouw is het gebruik bekend. Bij het ploegen in panden ontstaat er meestal een rug in het midden en in elk geval een diepe voor aan de zijkanten van het pand. Men ploegde een akker in panden a) als hij laaggelegen of vochtig was en - indien vlak geploegd - het overtollige water niet kwijt kon worden, b) als men er verschillende gewassen op wilde verbouwen, c) als de akker erg breed was en er dus bij de normale manier van ploegen veel tijd en arbeid verloren ging met het slepen over de lange wendstroken, d) als men te weinig mest had (in arme streken) om de akker in één keer te kunnen ploegen. Het ploegen in panden gebeurde meest met een niet-wentelbare of niet-keerbare ploeg. [N 11A, 130b; N 11, 48 + 49 + 53 add.; JG 1b + 1c + 2c add.; A 33, 1 + 16b add.; monogr.] I-1
in verwachting zijn in positie zijn: in potietie zijn (Tessenderlo) Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 115 (2003)] III-2-2
inballen inballen: ebalǝ (Tessenderlo) Het insluiten van de koningin door de werksters. Dit gebeurt meestal ter bescherming, maar overbodige koninginnen kunnen door dit inballen ook gedood worden. [N 63, 36a] II-6
indigestie (hebben) maagpijn: maagpijn (Tessenderlo) Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (overetendheid, indigestie, maag van streek, muik). [N 107 (2001)] III-1-2
ingelegd belegd: bǝlɛxt (Tessenderlo) Gezegd van een moerdop of van een cel, wanneer er door de koningin een eitje in is gelegd. [N 63, 22a; N 63, 21a; N 63, 18; Ge 37, 69] II-6