e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K353p plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lancet scherp mesje: scherp mesje (Tessenderlo) Lancet: plat mesje met fijne punt en zeer scherpe snede, in de chirurgie gebruikt (vlim, lancet, scherp mesje). [N 107 (2001)] III-1-2
land land: lant (Tessenderlo), ps. omgespeld volgens IPA.  lánd (Tessenderlo) land [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-3-1
landerijen bouwland: bęi̯ǝflānt (Tessenderlo), gedoen: gǝdun (Tessenderlo), grond: gront (Tessenderlo), labeur: labø̄r (Tessenderlo) Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.] I-8
landrol wel: wɛl (Tessenderlo) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
lang leven lang leven: znd 30, 15;  lang leve (Tessenderlo), lang leven (Tessenderlo) lang leven [ZND 30 (1939)] III-2-2
lang ruw haar rond buik en uier duivelshaar: dūvǝlshǭu̯ǝr (Tessenderlo) Eerste haar dat een veulen verliest. [N 8, 23] I-9
lang schortlint lint: lentə (Tessenderlo), linten  lente (Tessenderlo) linten, lange ~ of banden waarmee een voorschoot om het middel wordt geknoopt [binders] [N 24 (1964)] III-1-3
langbenig paard (een) hoge: huu̯ǝgǝ (Tessenderlo), lang: laŋk (Tessenderlo), steel: stēl (Tessenderlo) [N 8, 20 en 62i] I-9
lange bouwladder leer: lijǝr (Tessenderlo) Ladder waarmee de eerste of tweede verdieping van een steiger bereikt kan worden. In het eerste geval is de ladder doorgaans 4 m lang, wanneer de ladder tot de tweede verdieping reikt, 7 tot 8 m. Bouwladders onderscheiden zich van andere ladders doordat zij meestal van rond steigerhout vervaardigd zijn. De sporten van een bouwladder zijn in het rondhout ingekeept en met draadnagels vastgezet. [N 32, 9a; monogr.] II-9
lange broek lange broek: een lange broek (Tessenderlo) pantalon, lange broek [N 23 (1964)] III-1-3