e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K353p plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mariabeeld lieve-vrouwebeeld: livreͅiəbēͅlt (Tessenderlo), onzelievevrouwtje: oͅs livreͅfkə (Tessenderlo), oͅs livreͅiə (Tessenderlo) Een beeld van Maria, de moeder van Jezus [Moeder Gods, Moeder Godes, Lievevrouwenbeeld, Mariabeeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3
marialied marialiedje: meriejalieke (Tessenderlo) Een Marialied. [N 96B (1989)] III-3-3
markt markt: en`t medən vanə met (Tessenderlo), in `t midde vanne met (Tessenderlo, ... ), in `t millet van de met (Tessenderlo), in t` midə van də met (Tessenderlo), mɛt (Tessenderlo), tweeëst over de met (Tessenderlo) Dwars over de markt [ZND 23 (1937)] || In het midden van de markt. [ZND 38 (1942)] || markt [RND] III-3-1
marmer marber: marber (Tessenderlo, ... ), marrəbər (Tessenderlo, ... ), marmer: maremer (Tessenderlo, ... ), marmeren beld (Tessenderlo), marmər (Tessenderlo, ... ), marremer (Tessenderlo, ... ), marəmər (Tessenderlo, ... ) marmer [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)] || marmeren beeld [ZND 21 (1936)] III-4-4
marmeren beeld beeld: marmeren beld (Tessenderlo) Een marmeren beeld. [ZND 21 (1936)] III-3-2
marmerglaceerkwast glaceerborstel: glasējǝrbøsǝl (Tessenderlo) Zachtharige kwast die wordt gebruikt voor het opbrengen van zeer dunne olieverftinten over nagebootst marmer. [N 67, 39c] II-9
marter fis: steenmarter ondergebracht bij marter, alg.  fis (Tessenderlo) steenmarter [ZND 07 (1924)] III-4-2
masker mombakkes: moembakkes (Tessenderlo), mombakəs (Tessenderlo), mondbakkes: monbakkes (Tessenderlo) Een masker (dat op vastenavond gedragen wordt). [ZND 31 (1939)] III-3-2
massieve muur volle muur: volǝ [muur] (Tessenderlo) Massieve muur zonder spouw. De dikte van buitenmuren die op deze wijze werden opgemetseld, kon anderhalf-, twee- of tweeëneenhalfsteens zijn. Zie ook het lemma 'Tweesteense muur'. Massieve muren isoleerden slecht warmte en geluid. Bovendien waren ze moeilijk waterdicht te maken. Optrekkend vocht ging men tegen door regelmatig een laag asfaltpapier tussen de voegen te leggen. Zie ook het lemma 'Asfaltpapier'. Het woord '(muur)' is fonetisch gedocumenteerd in het lemma 'Muur'. [N 31, 36a] II-9
masteluin masteluin: mastǝlɛi̯n (Tessenderlo) Menggewas, vooral rogge en tarwe dooreen; vroeger bakte men er brood van ("masteluinbrood"), nu wordt het alleen nog als groenvoer gezaaid. Indien het mengsel een andere samenstelling heeft dan rogge en tarwe, dan wordt dat in het lemma aangegeven. De opgaven "groenvoer" zijn in het lemma ''groenvoer'' (1.2.14) ondergebracht. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [koren], zie het lemma ''rogge'' (1.2.4), resp. ''graan, koren'' (1.2.1). [L 39, 15; L lijst graangewassen, 5; monogr.; add. uit L 48, 26; Lu 2, 26] I-4