18080 |
verkoudheid |
ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he:
ik heb een valling (K353p Tessenderlo),
kou:
ge zult ne keeëf pakken (K353p Tessenderlo)
|
ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)]
III-1-2
|
30376 |
verlaagd plafond |
vals plafond:
vāls pláfon (K353p Tessenderlo)
|
Loze zoldering die wordt aangebracht om de hoogte van een vertrek te verminderen. [N 54, 148]
II-9
|
31283 |
verlengstuk |
verlengstuk:
vǝrlęŋstøk (K353p Tessenderlo)
|
Een stuk ijzer dat aan een werkstuk wordt vastgezet om dit laatste bij het smeden gemakkelijker te kunnen hanteren. Doorgaans gebruikt men echter een smeedtang. [N 33, 309]
II-11
|
19888 |
verlichting |
illuminatie:
ilyminoͅti (K353p Tessenderlo)
|
illuminatie, verlichting [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|
21393 |
verliezen |
verliezen:
ik verlīs (K353p Tessenderlo),
verlieze(n) (K353p Tessenderlo, ...
K353p Tessenderlo)
|
Verliezen. [Willems (1885)] || wij verliezen [ZND 08 (1925)]
III-3-1, III-3-2
|
34165 |
verlopen |
niet vol zijn:
(de koe is) ni vǫl (K353p Tessenderlo)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
31799 |
verlopen van de zaag |
lopen:
luwǝpǝ (K353p Tessenderlo)
|
Bij het zagen afwijken van de lijn die gevolgd moet worden. De zaag gaat afwijken als de tanden ervan niet goed gezet zijn. [N 50, 43b; N 53, 28a; N 75, 118b]
II-12
|
26594 |
vermalen |
vermalen:
vǝrmǭlǝ (K353p Tessenderlo)
|
Meel verliezen tijdens het maalproces. [N O, 36i]
II-3
|
25098 |
vernielen |
verdestrueren:
ps. of toch omspellen volgens Frings: [v\\rdstr\\‰rn]? ps. de n staat wat hoger geschreven.
vərdästrəērn (K353p Tessenderlo)
|
vernielen [ZND 08 (1925)]
III-4-4
|
30605 |
vernis |
vernis:
vǝrnes (K353p Tessenderlo)
|
Bij kamertemperatuur vloeibare massa, die in dunne lagen over voorwerpen wordt gestreken en daarop een doorschijnende, tegen de invloed van lucht en water beschermende bedekking vormt. Vernis bestaat uit een oplossing van harsen in lijn- of terpentijnolie of andere oplosmiddelen. [N 67, 21a; monogr.]
II-9
|