17810 |
halen |
halen:
holən (K353p Tessenderlo),
hǭlǝ (K353p Tessenderlo)
|
halen [ZND 01 (1922)] || Verzamelen van nectar, stuifmeel en water door de meestal oudere werkbijen. [N 63, 41; Ge 37, 79]
II-6, III-1-2
|
20343 |
half- of stiefbroer |
stiefbroer:
stiefbruur (K353p Tessenderlo)
|
De zoon van de tweede man of vrouw van je vader of moeder (stiefbroer) [N 115 (2003)]
III-2-2
|
20344 |
half- of stiefzuster |
stiefzuster:
stiefzuster (K353p Tessenderlo)
|
De dochter van de tweede man of vrouw van je vader of moeder (stiefzuster) [N 115 (2003)]
III-2-2
|
33477 |
half-cirkelvormig raam |
halfmaan:
halǝfmǭn (K353p Tessenderlo)
|
Een raam in de vorm van een halve cirkel met de rechte zijde aan de onderkant, meestal aan stallen. Het benoemingsmotief van de benamingen is meestal de vorm van de raampjes, soms zijn ze naar andere raampjes genoemd die dezelfde vorm hebben (van de oven of van - onbeglaasde - ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie o.a. het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). [N 4, 51; N 4A, 38a]
I-6
|
18713 |
halfhemd |
open hemd:
open hemd (K353p Tessenderlo)
|
halfhemd, kort overhemd of los linnen borststuk dat onder de halsopeningen van het vest wordt gedragen [frontj] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
32446 |
halfhoge klomp |
hool mee kap:
hōl mē kap (K353p Tessenderlo)
|
Klomp met een kap die iets lager en korter is dan die van de hoge klomp. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. [N 97, 142]
II-12
|
18353 |
halfhoge knoopschoen? |
laag botje:
li-jəgə boͅtəkəs (K353p Tessenderlo),
liəgə bòttəkəs (K353p Tessenderlo)
|
damesschoenen, halfhoge ~ met knopen opzij [leerskes] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18651 |
halfhoge pet met opstaand bovenstuk |
zijden klak:
zeͅjə kläk (K353p Tessenderlo)
|
pet met opstaand cylindervormig bovenstuk: het halfhoge model {afb} [lage zeje] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
32034 |
halfhoutse hoekverbinding |
half op half:
halǝf˱ up halǝf (K353p Tessenderlo)
|
Verbinding, waarbij twee stukken hout onder een hoek met behulp van een lip met elkaar verbonden worden. Zie ook afb. 130. Beide delen worden door middel van lijm, houtschroeven, spijkers of houten nagels vastgezet. [N 54, 51a]
II-12
|
23621 |
halfmis add. |
offer:
offer (K353p Tessenderlo)
|
Het moment waarop de mis op de helft is, wat de duur betreft [halfmis, hauvermès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|