e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huisvlieg, vlieg huisvlieg: in notatie van Pieter G.  hoͅsvlix (Tessenderlo), vlieg: vlieg (Tessenderlo) vlieg [Willems (1885)] || vlieg, huis— [ZND 01 (1922)] III-4-2
huisweide bleek: blái̯ək (Tessenderlo) I-7
huiveren bibberen: bebərə (Tessenderlo), bibberen (Tessenderlo, ... ), bibbert (Tessenderlo, ... ), huiveren: Zelden  hoəvərən (Tessenderlo), rillen: relə (Tessenderlo), rillen (Tessenderlo), rillen van de kij (Tessenderlo) huiveren [ZND 01 (1922)] || Huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 21 (1936)] || huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 27 (1938)] || huiveren, bijv. van koe [grille, de griezel op het lijf krijge, rijeren] [N 10 (1961)] III-1-2
huiverig bibberachtig: bebərachtəch (Tessenderlo), kouwelijk: kēͅjəvələk (Tessenderlo) huiverig [schuuverig] [N 10 (1961)] III-1-2
huivering bibber: də bebər (Tessenderlo), rilling: releŋ (Tessenderlo) huivering [gril] [N 10 (1961)] III-1-2
huppelen huppen: huppen (Tessenderlo) Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen) [N 108 (2001)] III-1-2
hurken op zijn hukjes gaan zitten: up zən høkskəs gon zetə (Tessenderlo), op zijn hukken gaan zitten: op zən hø`ə gōͅn zetə (Tessenderlo) hurken, op zijn ~ gaan zitten [N 10 (1961)] III-1-2
huurcontract huur: hy(3)̄r (Tessenderlo) het contract dat gesloten wordt wanneer een huis wordt verhuurd; hoe zegt men b.v. "ik heb een ...... van drie jaar"? [ZND 43 (1943)] III-3-1
huurhuis huurhuis: huurhoues (Tessenderlo), huurhouəs (Tessenderlo), hy(3)̄rhōͅəs (Tessenderlo) huurhuis [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)] III-2-1
huurpenning handgeld: Van Dale: meepenning, godspenning, huurpenning.  hantgeld (Tessenderlo) meepenning (handgeld) [ZND 01 (1922)] III-3-1