e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ingewanden ingewanden: ingəwan`n (Tessenderlo) ingewanden [ZND 01 (1922)] III-1-1
ingewanden van geslacht vee ingewanden: engǝwanǝn (Tessenderlo) Ingewanden van geslacht vee. Ook de algemene benamingen voor "ingewanden van vee" zijn hier opgenomen. [N 28, 58; N 28, 88; L 1a-m; L 1u, 106; Veldeke 26, 23; monogr.] II-1
ingezaaid land toegezaaid: tugǝzǭǝt (Tessenderlo) Wat men zegt van een akker wanneer alle bewerkingen tot en met het inzaaien verricht zijn. Zie ook het lemma ''pletplank, treedplankje'' in aflevering I.2, blz. 168. Het lemma bevat bijvoeglijke naamwoorden (attributief of predicatief gebruikt: ''ingezaaid land'' en ''het land is ingezaaid''), en, achterin, enkele zelfstandige naamwoorden en zegswijzen. [N 11A, 133b; N M, 25; monogr.] I-4
ingezouten gezouten: gǝzuǝn (Tessenderlo), gǝzȳtǝn (Tessenderlo), in de pekel gelegd: en dǝ pēkǝl gǝlē (Tessenderlo), ingezouten: engǝzø̜jtǝ (Tessenderlo) Dit lemma sluit volledig aan bij het lemma ''het vlees conserveren''. In de Leuvense vragenlijsten 1a-m en 27 werd naar het begrip "ingezouten" gevraagd. Deze twee vragen worden hier als apart lemma gehonoreerd. [L 1a-m; L 27, 40; Veldeke 22, 67] II-1
ingieten (met geluid) plonzen: plonsen (Tessenderlo) Met een zeker geluid water ergens in gieten (spetteren, klotsen, klateren, spatten, plonsen) [N 108 (2001)] III-1-2
ingooien (in een kuiltje) gooien: goi̯ǝ (Tessenderlo), inwerpen: ewø̜rǝpǝ (Tessenderlo) [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 14 en 15] I-5
inhalen voorsteken: vørstēʔǝ (Tessenderlo) Gaan twee karren achter elkaar en gaat de laatste vlugger vooruit dan de eerste, dan zal ze haar voorganger inhalen. [JG 1a, 1b] I-10
inkarnaatklaver, franse klaver franse klaver: fransǝ [klaver] (Tessenderlo), frǭnsǝ [klaver] (Tessenderlo), topklaver: tǫp[klaver] (Tessenderlo) Trifolium incarnatum L. Een 15 tot 60 cm hoge plant met helder scharlakenrode bloemhoofdjes die van mei tot juli bloeien. Het wordt in augustus gezaaid, levert in mei een flinke snee groenvoer op en wordt dan ondergeploegd. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; L 36, 35; monogr.] I-5
inkepen uitkavelen: øtkāvǝlǝ (Tessenderlo) Met behulp van de zaag of beitel een groef in het hout maken, meestal met als doel om daar een ander stuk hout in of aan te voegen. [N 53, 237b] II-12
inkt inkt: das bla:vən ɛnk (Tessenderlo), das blaaven ēnk (Tessenderlo), das blaavən enk (Tessenderlo), das blaven enk (Tessenderlo), da⁄s blaaven enk (Tessenderlo), da⁄s blaven enk (Tessenderlo), enk (Tessenderlo) Blauwe inkt. [ZND 36 (1941)] || inkt [ZND m] III-3-1