| 18164 |
lancet |
scherp mesje:
scherp mesje (K353p Tessenderlo)
|
Lancet: plat mesje met fijne punt en zeer scherpe snede, in de chirurgie gebruikt (vlim, lancet, scherp mesje). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
| 21578 |
land |
land:
lant (K353p Tessenderlo),
ps. omgespeld volgens IPA.
lánd (K353p Tessenderlo)
|
land [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)]
III-3-1
|
| 33640 |
landerijen |
bouwland:
bęi̯ǝflānt (K353p Tessenderlo),
gedoen:
gǝdun (K353p Tessenderlo),
grond:
gront (K353p Tessenderlo),
labeur:
labø̄r (K353p Tessenderlo)
|
Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.]
I-8
|
| 32822 |
landrol |
wel:
wɛl (K353p Tessenderlo)
|
De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.]
I-2
|
| 20317 |
lang leven |
lang leven:
znd 30, 15;
lang leve (K353p Tessenderlo),
lang leven (K353p Tessenderlo)
|
lang leven [ZND 30 (1939)]
III-2-2
|
| 33787 |
lang ruw haar rond buik en uier |
duivelshaar:
dūvǝlshǭu̯ǝr (K353p Tessenderlo)
|
Eerste haar dat een veulen verliest. [N 8, 23]
I-9
|
| 18329 |
lang schortlint |
lint:
lentə (K353p Tessenderlo),
linten
lente (K353p Tessenderlo)
|
linten, lange ~ of banden waarmee een voorschoot om het middel wordt geknoopt [binders] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 33838 |
langbenig paard |
(een) hoge:
huu̯ǝgǝ (K353p Tessenderlo),
lang:
laŋk (K353p Tessenderlo),
steel:
stēl (K353p Tessenderlo)
|
[N 8, 20 en 62i]
I-9
|
| 29987 |
lange bouwladder |
leer:
lijǝr (K353p Tessenderlo)
|
Ladder waarmee de eerste of tweede verdieping van een steiger bereikt kan worden. In het eerste geval is de ladder doorgaans 4 m lang, wanneer de ladder tot de tweede verdieping reikt, 7 tot 8 m. Bouwladders onderscheiden zich van andere ladders doordat zij meestal van rond steigerhout vervaardigd zijn. De sporten van een bouwladder zijn in het rondhout ingekeept en met draadnagels vastgezet. [N 32, 9a; monogr.]
II-9
|
| 18286 |
lange broek |
lange broek:
een lange broek (K353p Tessenderlo)
|
pantalon, lange broek [N 23 (1964)]
III-1-3
|