18653 |
leren muts die onder de kin wordt gesloten |
oorklak:
uəjrklak (K353p Tessenderlo)
|
muts, op bivakmuts gelijkende lederen ~ die onder de kin met een knoop wordt gesloten [N 25 (1964)]
III-1-3
|
30653 |
letterzetter |
penseel:
pɛnsijǝl (K353p Tessenderlo)
|
Penseel waarvan de haarbundel spits toeloopt. Het wordt gebruikt bij het schilderen van naamborden, opschriften etc. [N 67, 42b]
II-9
|
19125 |
leugen |
leugen:
da’s ’n leugen (K353p Tessenderlo),
d’as een leuge (K353p Tessenderlo)
|
Dat is een leugen. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
21554 |
leugen / gelogen |
gelogen (volt.deelw.):
da’s gelogen (K353p Tessenderlo)
|
Dat is een leugen. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
31939 |
leunknop van de booromslag |
boortop:
bǫwǝrtǫp (K353p Tessenderlo)
|
De platronde bol aan de bovenzijde van de booromslagwaarmee men tijdens het boren met de hand of met de borst druk uitoefent op het boorijzer. Zie ook afb. 81. [N 53, 161e; monogr.]
II-12
|
19383 |
leunstoel |
leunstoel:
lø̄nstul (K353p Tessenderlo, ...
K353p Tessenderlo)
|
een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || leuningstoel [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|
21341 |
leurder |
leurder:
leuərder (K353p Tessenderlo)
|
een venter (die van deur tot deur waren verkoopt) [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
20198 |
leven |
v:
znd 34, 82a;
leeve (K353p Tessenderlo)
|
leven; op het einde van zijn leven [ZND 34 (1940)]
III-2-2
|
20188 |
leven (zn) |
leven:
leeve (K353p Tessenderlo),
leve (K353p Tessenderlo)
|
leven; in de fleur van zijn leven [ZND 35 (1941)] || leven; op het einde van zijn leven [ZND 34]
III-2-2
|
17568 |
levend vlees onder de huid |
vlees:
vlijəs (K353p Tessenderlo)
|
levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|