e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
miskleren klederen: kliejere (Tessenderlo) De misgewaden, miskleren [miskleer, mèskleijer, getuug?]. [N 96B (1989)] III-3-3
miskraam misval: misval (Tessenderlo) Te vroegtijdige bevalling waarbij de vrucht niet levensvatbaar is (opslag, misval, misje, kwade kraam (miskraam). [N 115 (2003)] III-2-2
mismaakt mismaakt: mismakt (Tessenderlo, ... ), misvormd: misvərəmd (Tessenderlo) het kind is mismaakt [ZND 31 (1939)] || mismaakt [ZND m] III-1-2
missaal misboek: misboek (Tessenderlo) Een kerkboek waarin de misgebeden zijn opgenomen [misboek, mèsbook, mèssebook, missaal?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mist, nevel (alg.) damplucht: een damp locht (Tessenderlo), dikke mist: nən dekkə mest (Tessenderlo), nən dikkə mist (Tessenderlo), n’n dikke mist (Tessenderlo), dikke nevel: n’n dikke nevel (Tessenderlo), domplucht: doemploecht (Tessenderlo), mistlucht: mistloecht (Tessenderlo) mist, nevel [ZND 39 (1942)] III-4-4
miswijn miswijn: miswéén (Tessenderlo) De miswijn [mèswien?]. [N 96B (1989)] III-3-3
modder, slijk modder: modder (Tessenderlo), moos: moos (Tessenderlo, ... ), moosslijk: moos-slaaik (Tessenderlo), slijk: slaajk (Tessenderlo), slajək (Tessenderlo) modder, slijk [ZND 39 (1942)] III-4-4
modderkruiper donderpad: dönderpad (Tessenderlo) weeraal: Hoe heet de weeraal of modderkruiper, een gestreept slangvormig visje met voeldraadjes aan de bek dat in sloten en poelen voorkomt en bij naderend onweer onrustig wordt? [N100 (1997)] III-4-2
moe moeg: mu:ch (Tessenderlo), muug (Tessenderlo), my(3)̄ch (Tessenderlo), my:ch (Tessenderlo, ... ) moe [RND], [ZND m], [ZND m] || Wij zijn moe en we hebben dorst. [ZND 04 (1924)] III-1-2
moed moed: Ë open  mūt (Tessenderlo) moed [ZND 01 (1922)] III-1-4