e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tessenderlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
prijzen (mv.) prijzen: preizen (Tessenderlo), prɛ.zn (Tessenderlo) Prijzen (mv). [Willems (1885)] || prijzen (mv.) [RND] III-3-2
prikkeldraad pikdraad: pękdrǭt (Tessenderlo), pinnetjesdraad: penkǝnsdrǭt (Tessenderlo), penǝkǝnsdrāt (Tessenderlo), penǝkǝsdrǭt (Tessenderlo) Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8
priktol dop: Geen opgave voor 21.  dop (Tessenderlo), kapdop: kapdoͅp (Tessenderlo) Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in bezeging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [Lk 03 (1953)] || Priktol (= werptol: door middel van een erom gewonden touw werpt men hem draaiend op de grond). [ZND 16 (1934)] III-3-2
proces-verbaal proces-van-baal: gə krɛgdəprosesfabaol (Tessenderlo), proces-verbaal: ge het e proces (verbaol) (Tessenderlo) Proces-verbaal. [ZND 05 (1924)] III-3-1
proeven proeven: pry(3)̄və (Tessenderlo), pryvə (Tessenderlo) proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] III-1-1
profielbalken poutrelles: pǝtręls (Tessenderlo) IJzeren profielijzers, vaak met I-vormige doorsnede, die worden gebruikt bij het vervaardigen van een troggewelf. Zie ook afb. 33. D.i.n. in het woordtype 'd.i.n.-balken' is een afkorting van ø̄deutsche Industrienormø̄. [N 32, 20b; monogr.] II-9
profielen profiels: prǫfels (Tessenderlo), pørfels (Tessenderlo) Gladde, rechte houten balkjes met een lengte van ongeveer 1,80 cm en een doorsnede van 7,5 x 7,5 cm, die verticaal op de hoeken van het metselwerk worden geplaatst. Zij worden gebruikt om het loodrecht opmetselen van de muren te bevorderen. Zie ook afb. 28. [N 31, 7a; monogr.] II-9
profiteren profiteren: proffeteere (Tessenderlo), profiteerən van d`occa.sie (Tessenderlo), van d`occasiej profəteijərə (Tessenderlo), van d`okazie profiteejeren (Tessenderlo), van d`okkasiej profəteijərə (Tessenderlo) Van de gelegenheid (occasie) profiteren. [ZND 40 (1942)] III-1-4
pronken stoefen: stoefen (Tessenderlo) Pronken, prijken. In het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [stoefen, spiegelen, stansen] [N 114 (2002)] III-1-3
pronkveer op een hoed pluim: ploəm, pləmkn (Tessenderlo), plōəm (Tessenderlo) pluim [ZND m] || Pluim, pluimpje. [ZND 05 (1924)] III-1-3