31894 |
schuurtafel |
tafel:
tǭfǝl (K353p Tessenderlo)
|
Het beweeglijke, glijdende deel van de bandschuurmachine waarop het te schuren werkstuk gelegd wordt. Zie ook afb. 62. [N 53, 149d]
II-12
|
30598 |
schuurverf |
schuurverf:
sxūr[verf] (K353p Tessenderlo)
|
Verf waarin met puimsteen geschuurd wordt. Als schuurverf wordt vaak grondverf gebruikt. Door het schuren in de natte verf hecht de verflaag beter aan de onderliggende plamuurlaag. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 18c]
II-9
|
34117 |
scrotum |
beurs:
bø̜s (K353p Tessenderlo)
|
Teelzak van de stier. [JG 1a, 1b]
I-11
|
32124 |
sculpteren |
steekwerk:
stēkwɛrǝk (K353p Tessenderlo)
|
Met behulp van een beeldhouwersbeitel of -guts beeldhouwerk op meubels aanbrengen. [N 53, 47a; monogr.]
II-12
|
34522 |
seksen |
sekken:
sɛkǝ (K353p Tessenderlo)
|
Bij kuikentjes de haantjes van de hennetjes afzonderen en ze vervolgens doden. Haantjes zijn er minder nodig en het is onvoordelig om die lang eten te blijven geven. [N 19, 58; JG 1a, 1b]
I-12
|
20962 |
selderij |
selder:
seͅldər (K353p Tessenderlo)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
28799 |
serge |
serge:
šɛrs (K353p Tessenderlo)
|
Licht gekeperde wollen stof waarvan de inslag minder glad en minder dicht is dan de ketting en slechts weinig in het gezicht komt. Volgens de informant van Q 16 is sergette serge waarin zijde is verwerkt. [N 62, 75d; N 59, 201]
II-7
|
31328 |
sergeant |
sergeant:
sɛržãnt (K353p Tessenderlo),
spanvijs:
spanvē̜s (K353p Tessenderlo)
|
Soort klem om werkstukken vast te klemmen. Het werktuig bestaat uit een geleider waaraan één deel van de bekken vast is bevestigd terwijl het andere deel glijdend heen en weer kan worden bewogen. In het beweegbare deel van de bekken is een draadspil aangebracht waarmee het werkstuk tegen de vaste bek wordt vastgeklemd. Zie ook afb. 62. [N 33, 274]
II-11
|
19778 |
sering |
jasmijn:
-
jasmijn (K353p Tessenderlo, ...
K353p Tessenderlo),
jozemijn:
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022
juzemien (K353p Tessenderlo),
meibloem:
-
meibloem (K353p Tessenderlo, ...
K353p Tessenderlo),
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022
maiblom (K353p Tessenderlo),
paasbloem:
-
paasbloem (K353p Tessenderlo, ...
K353p Tessenderlo),
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022
paasbloem (K353p Tessenderlo),
poezenmientje:
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022
poezemieneke (K354p Tessenderlo),
rozemien:
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022
rozəmīnə (K353p Tessenderlo),
sint-jorisbloem:
-
Sint-Jorisbloem (K353p Tessenderlo, ...
K353p Tessenderlo),
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022
sint jorisbloem (K353p Tessenderlo)
|
sering || Syringa vulgaris, Fr. Lilas [ZND 02 (1923)]
I-7, III-4-3
|
21256 |
servituut |
spoor:
spaoër (K353p Tessenderlo),
veldweg:
veldweg (K353p Tessenderlo)
|
Hoe heet een weg, die vanaf de straat toegang geeft tot een akker, die anders niet zou te bereiken zijn? [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|